Verstappen vindt Netflix-serie Drive to Survive maar niets: "Dat haat ik"

Als Max Verstappen in een Formule 1-auto stapt tijdens een Grand Prix-weekend, dan wil hij maar één ding: de snelste man op de baan zijn. Buiten de baan heeft hij een stuk minder met de sport en is hij juist het liefst zo weinig mogelijk bezig met de koningsklasse van de autosport.

"Ik negeer veel Formule 1-nieuws bewust, dan komt het op een gegeven moment ook niet meer voorbij in mijn tijdlijn. Eigenlijk volg ik alleen andere sporten en sporters, ook om op die manier balans in mijn leven te krijgen. Ik wil - en helemaal als ik thuis ben - niet alles weten over wat er speelt in de paddock", zo legde Verstappen eerder al uit aan Formule 1 Magazine.

Verstappen heeft dan ook niet heel veel met de Netflix-serie Drive to Survive. Hij legt bij het Australische The Project uit waarom hij weinig te zien is in de serie. "Je ziet niet heel veel van me in Drive to Survive, omdat ik het niet graag doe. Je krijgt waarschijnlijk niet het juiste beeld van me, omdat het slechts een interview is. Ik zit gewoon in een donkere kamer en dat haat ik. En dan zijn er altijd vragen over zaken over de Formule 1, waar ik sowieso niet graag over praat", zo vertelt Verstappen.

Wat zijn dan wel onderwerpen waar de Nederlander graag over praat? "Niets", zo lacht Verstappen keihard. "Ze zetten een microfoon voor je neer en dat moet je praten over het F1-seizoen. Daarnaast moet je wat ongedwongen interactie hebben. En sommige dingen zijn gewoon privé, toch? Mensen hoeven niet te weten wat we allemaal doen en wat we zeggen", zo sluit Verstappen af.