De laatste keer dat Jacques Villeneuve actief was in de Formule 1, dat was in 2006. Sindsdien zijn de auto's in de koningsklasse groter, zwaarder en natuurlijk ook sneller geworden. De 51-jarige coureur mocht zelf bekijken wat nou de grote verschillen waren tussen de bolides van toen en nu, want na de GP van Italië was het circuit in Monza voor hem en voor de Alpine A521. Na een aantal rondes te hebben gereden op de Temple of Speed sprak RacingNews365 exclusief met Villeneuve over zijn test voor de Franse renstal. "Ik maakte mij erg zorgen over de halo, maar dat ging allemaal goed en de auto was eigenlijk heel erg stabiel. Het is best simpel om deze auto te besturen, maar er is zó ontzettend veel grip." "De snelheid... je hersenen hebben echt moeite om dit te bevatten. Je zit vastgenageld aan de grond en het voelt alsof je een film kijkt terwijl je aan het doorspoelen bent. Het was heel indrukwekkend."
Villeneuve: "Je herinnert je alles nog van vijftien, zestien jaar geleden"
Of de wereldkampioen van 1997 had verwacht dat de hedendaagse F1-bolides zo zouden aanvoelen? "Ja! Na de rondes in de simulator en het zien rijden van die gasten (Esteban Ocon en Fernando Alonso, red.) zag ik waar het rempunt ook was. Ik dacht, oké... je brein herinnert zich alles: de racelijnen en alles van vijftien, zestien jaar geleden." "Zelfs de remborden. Alles is er nog! Dat gaat niet weg uit je geheugen, maar als je dan remt op de plek die je hebt onthouden en je bent helemaal klaar met remmen, dan is de bocht nog 50 meter verderop." Dat de auto's veel beter reageren en veel complexer zijn dan jaren geleden, daar kwam hij al snel achter. "Aerodynamisch ook heel veel: zelfs zonder te remmen voelt het alsof een parachute de auto afremt. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit zo een stabiele auto heb mogen rijden. Echt fantastisch." De G-krachten en fysieke gevolgen waren duidelijk merkbaar bij Villeneuve. "Ik was bang dat ik mijn hoofd er niet bij kon houden, maar het lukte nog net. Vanavond lig ik te creperen van de pijn", lacht hij.
Misselijkheid door de simulator: "Alsof je wat 'paddenstoelen' op hebt gegeten'
Villeneuve moet toegeven dat het fysiek zeer zwaar is in de moderne Formule 1-bolides. "Alles in je lichaam, je bloed, alles wordt alle kanten op gedrukt. Je maag en dat soort dingen moeten getraind worden en dat kan niet in de sportschool. Dat kan met je spieren wel, maar met je ingewanden natuurlijk niet. Daar moet je gewoon voor rijden." De Canadees kreeg voorafgaand aan de Alpine-test uitgebreid de tijd om zich voor te bereiden in de simulator. Al ging dat niet altijd even lekker. "Ik werd er ziek van", aldus Villeneuve. "Als je het rempedaal intrapt, dan denken je hersenen dat je in een F1-auto zit. Ze vergeten dat je in een simulator zit. Je denkt dat je G-krachten op je krijgt, maar die komen er niet. Je denkt dat je hoofd naar voren wordt getrokken, maar dat gebeurt niet." "In plaats van het gewicht van de gordel voel je het gewicht van de stoel, want je duwt jezelf die kant op. Alles is net het tegenovergestelde van wat je zou moeten voelen, waardoor je hersenen een error krijgen en denken: 'oeps, hier klopt iets niet'. Alsof je wat paddenstoelen op hebt gegeten, of zoiets." Toch had Villeneuve wel wat aan de simulatorsessies. "Daardoor realiseerde ik mij dat de auto grip had. Ik wist dat het goed zat en ik hoefde niet veel eerder te remmen." Dit was tijdens de test ook snel te zien, want al snel reed de voormalig F1-coureur indrukwekkende rondetijden. "Ik zat een paar meter van het rempunt af, maar mijn laatste ronden waren erg goed." "Je hebt maar een paar ronden, dus je moet er voor gaan! Bij de chicane in Monza kon je ook veel risico nemen. Als je daar je rempunt mist, dan rij je gewoon rechtdoor. In de Ascari-bocht reed ik wel iets voorzichtiger, daar zit je zo in de muur.", zo sluit Villeneuve af.
Meest gelezen