Samen met Milou Mets, Stephane Kox, Shirley van der Lof en nog 24 andere tegenstandsters mocht Visser zaterdagochtend beginnen aan een vijfdaagse test. De Friezin slaagde met vlag en wimpel en sprak daarover op donderdagochtend met RacingNews365. “Ik was naar Almeria afgereisd met in het achterhoofd dat ik de schifting zou moeten halen, maar je moet het natuurlijk nog wel klaarspelen. Ditmaal werd er niet naar omliggende zaken gekeken, maar puur naar de rondetijden waartoe wij in staat waren. Ik moet zeggen: het zat écht best close op elkaar en ik vond het heel erg leuk om te doen”, spreekt Visser. De dames moesten ditmaal vooral rijden, en kregen daarnaast begeleiding op het fysieke aspect. “We waren onderverdeeld in twee groepen, waarbij de ene groep in de ochtend mocht rijden en de andere groep ’s middags achter het stuur kroop. Iedereen kreeg de vrijheid om de sessie vervolgens naar eigen believen in te delen. In de tijd dat we niet reden, konden we samen met Hintsa Performance ons voorbereiden op het racen.” Dat Mets, Van der Lof en Kox niet meedoen in de hoofdmoot – al is Kox aangewezen als één van de vier reserverijdsters – vindt Visser jammer voor haar landgenotes. “Het was echter wel echt heel erg close. Een klein foutje kon het verschil al maken”, analyseert de Nederlandse, die het in 2019 nog druk gaat krijgen. “Ik ben natuurlijk test- en reserverijdster voor BMW in de Formule E en ga naast de W Series ook nog in de GT3/GT4 rijden. Genoeg te doen!” Ten slotte denkt Visser dat het mogelijk is om te strijden voor overwinningen in het eerste W Series-seizoen, maar te hoog van de toren blazen wil ze uiteraard niet doen. “Het niveau is hoog en er zijn meerdere favorieten”, klinkt het nuchter. Het eerste W Series-seizoen begint tegelijkertijd met de ouverture van de DTM, tijdens het eerste weekend van mei op de Hockenheimring.
Meest gelezen
