Met twaalf puntenfinishes in zestien races, waaronder één podium, kent Lando Norris een prima Formule 1-seizoen. De McLaren-coureur is op weg om te finishen als best of the rest en heeft veel en veel meer punten dan teamgenoot Daniel Ricciardo, die na 2022 plaats zal moeten maken voor Oscar Piastri. Norris is ondertussen druk bezig zijn aandeel te leveren in het ontwikkelingsproces binnen McLaren. De feedback van de coureur is zeer belangrijk en de jonge Brit zegt veel input te hebben binnen het team, maar benadrukt hierbij wel dat niet alles naar zijn wens wordt aangepast. In een exclusief interview met RacingNews365 legt hij uit dat een coureur maar 'een beperkt aandeel' heeft in het ontwikkelen van de auto. "Ik zie en hoor vaak dat de auto om mij heen is gebouwd en dat soort dingen, maar in feite is het juist totaal het tegenovergestelde. Het klopt simpelweg niet. De auto is gewoon de auto en ik rij er gewoon in. Zij hebben hem gebouwd en deze auto is exact hetzelfde voor mij en Daniel (Ricciardo)." Slechts één onderdeel van de auto is volgens Norris specifiek voor hem gemaakt. "Dat zijn de kleuren van de knopjes op mijn stuur. Het is nou niet dat ik daar een groot voordeel mee heb ten opzichte van andere coureurs", zegt hij cynisch. "Je kan niet heel veel doen qua design en dat is ook niet mijn werk. Ik weet er niet genoeg van, maar ik geef mijn mening als het nodig is. Dat is het."
Norris zeer tevreden over het huidige F1-seizoen
"Ik zou mezelf een 8.5 of een 8.8 geven", antwoordt Norris als we hem vragen een rapportcijfer te geven voor zijn prestaties. "Sommige races zijn extreem goed geweest. Ik zag ergens een persbericht voorbij komen waar mijn podiumplaats in Imola werd besproken. Ik zou zeggen dat dat mijn beste podium ooit is geweest. We hadden de langzaamste auto op de grid dat weekend en toch belandde ik op het podium, dat was een schok!" Meestal finisht de 22-jarige coureur in de punten, wat hem dit seizoen (tot nu toe) 88 punten heeft opgeleverd. Hiermee staat hij op de zevende plaats in het coureurskampioenschap achter de rijders van topteams Red Bull, Ferrari en Mercedes. Norris is verrast dat hij tegen de Alpine-coureurs kan racen. "Zij hebben voor het grootste deel van het seizoen de betere auto gehad." "Die auto is over het algemeen een stuk beter geweest, maar ze hebben meer onhandige fouten gemaakt. De coureurs hebben ook meer fouten gemaakt. Ik heb ondertussen de vruchten geplukt van andermans misère, crashes en dat soort dingen. Dat is dit seizoen erg goed gegaan." Waar Norris in het begin van zijn F1-carrière nog wat fouten maakte, gaat het nu vele malen beter. "Ik denk dat dit deels komt omdat de Formule 1 de eerste klasse is waar ik langer dan één jaar in rijd sinds ik 11 werd. Het settelen binnen het team en elkaar beter leren kennen helpt. Hierdoor kan ik meer tijd investeren in mijn sterktes en zwaktes, waardoor ik consistenter ben geworden en minder fouten maak."
Norris merkt veel verschil op mentaal vlak
Ook naast het asfalt gaat het goed met Norris. De coureur staat stevig in zijn schoenen en legt uit dat dit een gevolg is van zijn prestaties tijdens de Grands Prix. "Dat geeft je zelfverzekerdheid. In mijn eerste twee jaren, vooral tijdens mijn eerste jaar, was ik veel minder zelfverzekerd en veel nerveuzer in elke situatie. Ik zit nu overal bovenop en ik weet veel meer van elk weekend en elke sessie. Ik heb een goed plan voor waar ik me op wil focussen en wat ik wil bereiken." Hierdoor is zijn houding in bijvoorbeeld de media veranderd, zo legt hij uit. "Ik kan het allemaal goed uit elkaar houden. Ik focus mij op het racen en kan daarna alles loslaten. Daardoor kan ik een normaal gesprek hebben en hoef ik niet constant te denken aan wat ik de volgende sessie moet gaan doen als ik in de cockpit zit." "Dat is wat ik in mijn eerste jaar in de F1 wel deed. Als ik een fout maakte, dacht ik: waarom? Hoe kan ik dat de volgende keer beter doen? Ik dacht er constant aan, zelfs tijdens interviews en normale gesprekken. Wat dat ook was, ik kan het nu scheiden. Daarna stap ik de auto weer in en focus ik me op mijn werk", zo sluit hij af.
Meest gelezen