Waarom Verstappen niets heeft met sprintraces, maar ondertussen wel geniet van het format

Normaal gesproken bestaat een Formule 1 Grand Prix-weekend uit drie vrije trainingen, een kwalificatie en natuurlijk de race. Tijdens een sprintrace-weekend is dit net iets anders. Na de eerste vrije training verrijden de coureurs een normale kwalificatiesessie met Q1, Q2 en Q3, waarna er op zaterdag nog een tweede training is. Daarna verrijdt men een sprintrace en op zondag is de hoofdrace. Max Verstappen is net als een aantal van zijn collega's geen fan van sprintraces. "We racen niet echt", zegt hij in Brazilië nogmaals tegen de media, waaronder RacingNews365. "Je kan er geen risico's nemen, want de echte race is later. Daar liggen de echte punten voor het grijpen. Je maakt ook geen pitstop, dus je rijdt gewoon op de band waarmee je de race kan uitrijden." "Het is met de huidige auto's misschien iets beter, maar er wordt niet echt veel ingehaald, tenzij er een keer een auto op een ongebruikelijke plek start."

Toch ziet Verstappen een voordeel

"Het is niet zo leuk voor mij, maar iedereen heeft er natuurlijk zijn eigen mening over", aldus de tweevoudig wereldkampioen. In Brazilië zal de laatste sprintrace van het Formule 1-seizoen worden verreden en Verstappen moet toegeven dat er toch een voordeeltje aan zit. "Ik vind het fijn dat er maar één training is, waarna je direct de kwalificatie ingaat." "Dat vind ik juist niet zo erg, want iedereen kan hierdoor minder trainen om op snelheid te komen. Dan moet je de afstelling van de auto echt nailen , maar ja, voor de rest riskeer je naar mijn mening nooit veel bij een sprintrace. Je wil op safe spelen."