Iedereen keek vreemd op toen Valtteri Bottas tijdens de tweede vrije training spinde in de pitstraat. Vooral bij McLaren vond men dat raar, want het gebeurde voor de neus van de pitcrew, die al stond te wachten op een van haar coureurs. Via de radio liet de sportieve directeur van McLaren meteen haar onvrede merken aan het adres van wedstrijdleider Michael Masi. De Britse renstal meende dat een van haar monteurs mogelijk gewond had kunnen raken als het anders was gelopen. Masi liet de stewards uiteindelijk een oordeel vellen over het voorval, waarna Bottas een straf kreeg van drie plaatsen op de grid van zondag. Toto Wolff vindt het maar niets dat het McLaren-team meteen steen en been klaagde, zo vertelt hij in gesprek met onder meer RacingNews365 als hij wordt gevraagd naar de straf voor Bottas. "Ten eerste is het echt heel erg amuserend om te horen hoe sommige sportieve directeuren meteen via de radio aan Masi’s mouw gaan trekken en met allerlei Armageddon-scenario’s komen. Het is mooi om te zien dat deze kanalen nu open staan, zodat we allemaal kunnen lachen", zo reageert hij cynisch. Tegelijkertijd beseft Wolff dat de actie van zijn coureur niet heel handig was. "Aan de andere kant had Valtteri iemand pijn kunnen doen. Het gebeurde slechts op wandelsnelheid, maar toch kan het iemand erg pijn doen. Ik begrijp de straf wel, maar ik vind het wel heel zwaar." Andere coureurs zouden een voorbeeld moeten nemen aan Bottas, die gewoon eerlijk vertelde wat er was gebeurd. "Zeker voor Valtteri, die nooit een voet fout zet. Hij was heel eerlijk en direct met zijn uitleg. Andere coureurs zouden hebben gezegd dat ze geen idee hadden wat er was gebeurd. Dat de sponsorstickers op het asfalt glad waren en dat deze aangepast zouden moeten worden." "Maar nee, Valtteri was eerlijk en zei dat hij zijn pitstops wilde optimaliseren en daardoor de controle verloor. We zouden wat meer integriteit moeten tonen zoals Valtteri in de paddock doet. En dat geldt ook voor degenen die heel snel om de knop drukken en zeuren en janken over iedereen om hen heen", zo sluit de teambaas zijn relaas af.
Meest gelezen