De ontwikkelingsstop der motoren, oftewel de engine freeze , is al wekenlang het onderwerp van gesprek in de Formule 1. Red Bull wil dat deze na het seizoen 2021 wordt ingevoerd, zodat het team het intellectuele eigendom van Honda over kan nemen op het moment dat zij de sport verlaten. Op die manier kan het team van Max Verstappen en Alexander Albon in 2022 doorgaan met dezelfde motoren, die in dat geval in eigen beheer zullen worden onderhouden. Een strikte voorwaarde voor deze constructie is voor Red Bull echter die eerdergenoemde ontwikkelingsstop. Daardoor hoeven ze geen bakken met geld uit te geven aan de verdere ontwikkeling van de motoren totdat de nieuwe motorformule in 2026 wordt ingevoerd. Ferrari en Renault gaven dit weekend aan nu toch welwillend te staan tegenover het plan, nadat Mercedes dat eerder al had laten weten. Eerder dit weekend zeiden echter zowel Red Bull-teambaas Christian Horner als Mattia Binotto dat een ontwikkelingsstop volgens hen hand in hand moet gaan met een extra mechanisme dat ervoor moet zorgen dat de verschillende motoren na het bevriezen van de ontwikkeling ongeveer gelijk zijn qua prestaties. Dat idee schiet echter compleet in het verkeerde keelgat bij Mercedes-teambaas Toto Wolff. Zijn team heeft de beste krachtbron, waardoor zij op papier het meeste zouden profiteren van een ontwikkelingsstop, maar het hardst geraakt zouden worden door een variant van het balance of performance -systeem. "Dit zou het begin van het einde van de Formule 1 betekenen", zo trekt de Oostenrijker fel van leer als hij ten overstaan van onder meer RacingNews365 wordt gevraagd naar de mogelijke invoering van een systeem waar Horner en Binotto naar hintten. "Bij de motor gaat het niet puur en alleen om het maximale vermogen wat er kan worden geproduceerd, maar bijvoorbeeld ook over de driveability, het gewicht en de koeling. Een soort formule invoeren die die aspecten gelijk moet trekken bestaat niet en het is niet iets waar Mercedes achter zou staan", zo is hij duidelijk. De invoering van een soort tokensysteem, waardoor motorleveranciers die qua vermogen achterlopen op de concurrentie extra stappen kunnen zetten, wordt ook meteen afgeschoten door Wolff. "Een belediging", zo noemt hij een dergelijk idee. "In het verleden hebben we al een vergelijkbaar systeem gehad, maar dat is toen afgeschaft omdat onze concurrenten dat wilden, zodat ze vrij konden ontwikkelen en ons bij konden halen." "Nu willen ze het weer terug zien, zodat het veld dichter bij elkaar kan komen. Eerlijk gezegd is dat een belediging. Als je naar de laatste jaren kijkt, dan was Ferrari in 2018 en 2019 het beste qua motor. We hebben daarna onze eigen grenzen verlegd en zijn blijven pushen, waardoor we dit jaar met een nieuwe sterk verbeterde motor kwamen." Hij gebruikt zijn laatste opmerking als voorbeeld. Volgens Wolff moet dat feit betekenen dat andere motorleveranciers ook zulke stappen vooruit kunnen zetten. Daarom is het volgens de Oostenrijker apart dat andere motorleveranciers hulp willen bij het maken van een inhaalslag. Het geeft volgens hem aan dat die motorleveranciers niet in hun eigen kunnen geloven. "Ik kan er met mijn hoofd niet bij dat een autofabrikant, die in zijn eigen kunnen van het ontwikkelen van een motor en chassis gelooft, een mechanisme in zou willen voeren waardoor de prestaties van de motoren worden gebalanceerd. Niemand wil denk ik op zo'n manier voor schut worden gezet in het openbaar", zo haalt hij uit naar de andere motorleveranciers. De koningsklasse van de autosport moet volgens Wolff dan ook ver weg blijven van rare mechanismes zoals voorgesteld. Met medewerking van Dieter Rencken .
Meest gelezen
