Tijdens de derde race van het 1982-seizoen streek het Formule 1-circus neer op het Long Beach circuit in Californië. De eerste van drie Grands Prix die dat seizoen op Amerikaanse grond zouden worden verreden zou uiteindelijk een bijzondere worden. Ferrari zou namelijk aan de start verschijnen met een op het oog interessante uitvoering van haar Ferrari 126C. In de technische regels die op dat moment van kracht waren stond vermeld hoe breed de achtervleugels maximaal mochten zijn (110 cm), maar stond geen specifiek aantal toegestane achtervleugels vermeld. Het Italiaanse team zag haar kans schoon om daar gebruik van te maken en kwam op de proppen met een dubbele achtervleugel, die achter elkaar werden gemonteerd, waardoor ze samen bijna twee keer zo breed waren dan de toegestane lengte van een enkele achtervleugel.
En met succes! Na twee races kon Ferrari slechts terugkijken op een waardeloze seizoensstart, maar met behulp van de extra downforce gecreëerd door de dubbele achtervleugel veroverde Ferrari-coureur Gilles Villeneuve, die enkele races later overigens om zou komen bij een crash, het eerste Ferrari-podium van het seizoen, achter McLaren-coureur en winnaar Niki Lauda en Williams-rijder Keke Rosberg. Na een protest van concurrent Tyrrell kon er echter een streep door het podium, maar toch keerde Ferrari enigszins tevreden huiswaarts. Waarom? Omdat haar dubbele achtervleugel eigenlijk een politiek statement was. Dat zat zo: de headlines in het 1982-seizoen werden (al enige tijd) gedomineerd door een strijd tussen de FISA (een afsplitsing van de FIA dat controleerde of de regels werden nageleefd) en de FOCA (de vereniging van de constructeurs). Onderdeel daarvan was dat de technische regels op veel vlakken niet specifiek genoeg waren geschreven en er veel ruimte voor interpretatie was. De concurrentie maakte daar veelvuldig gebruik van en daarom wilde Ferrari een statement maken door gebruik te maken van een maas in de wet die niemand zou ontgaan: de dubbele achtervleugel. Het werkte, want nog geen week later, werd er in het voordeel van Ferrari beslist. De Italianen hadden na afloop van de tweede race, in Brazilië, namelijk een protest ingediend tegen Williams en Brabham, die met illegale watertanks (om met dat water de remmen te koelen) zouden hebben gereden. Ferrari kreeg gelijk en nieuwe regels deden hun intrede. Aan het einde van het seizoen was het Ferrari dat uiteindelijk het kampioenschap bij de constructeurs wist te winnen. McLaren werd tweede, Renault derde. Bij de coureurs was het echter Keke Rosberg die kampioen werd.
Meest gelezen