Zo heel af en toe levert dat geweldige beelden en tekst op. Ga maar na: Kimi Raikkonen is tijdens die persmomentjes, ondanks dat hij uitstraalt er een vreselijke hekel aan te hebben, altijd goed voor een paar krantenkoppen. Zo kreeg de interviewer van dienst tijdens de persconferentie voorafgaand aan de GP van Singapore in 2018 keihard de bal teruggekaatst, toen deze vroeg of Raikkonen nog wel gemotiveerd was. Daarna antwoordde Raikkonen op de vraag waarom hij voor Alfa Romeo ging rijden. “Waarom niet?”, stak hij de draak met de vragensteller, waarop de mediazaal begon te lachen. Als er grote namen aan tafel plaatsnemen, kan de FIA-persconferentie zelfs voor de geïnteresseerde Formule 1-liefhebber een leuk intermezzo zijn. Zodra gehaaide journalisten de rijders het vuur aan de schenen leggen, kan een en ander tot ontbranding komen. “Als ik nog zo’n vraag krijg, deel ik een kopstoot uit”, sprak Max Verstappen bijvoorbeeld toen het hem vorig jaar in Canada de neus uit kwam. Voor de GP van Azerbeidzjan niets van dat alles. Waar de FIA nog weleens een sterrenensemble bijeen roept (denk aan de GP van Australië, met naast Verstappen ook Lewis Hamilton, Sebastian Vettel, Daniel Ricciardo en Robert Kubica), zet het ook weleens gasten-bij-gebrek-aan-beter tegenover de aanwezige media. Aangezien Vettel, Hamilton, Verstappen, Charles Leclerc, Pierre Gasly en Valtteri Bottas allen al acte de presance hadden gegeven in 2019 en een enkeling nog niet in de persconferentie was vertegenwoordigd, mochten Nico Hulkenberg, Antonio Giovinazzi, Kevin Magnussen en Lance Stroll hun zegje doen. En dat werd, op zijn zachtst gezegd, niet erg spectaculair. “Ja, natuurlijk wil je dat ik die vraag met ja beantwoord”, zegt Hulkenberg op een gegeven ogenblik, indicerend dat hij geprikkeld wordt, “maar ik ben een hondenliefhebber en dit was het juiste moment om een puppy te nemen. En nee, ik heb hem niet geadopteerd.” Welkom in een bloedsaaie persconferentie. Giovinazzi en Stroll prijzen hun ‘ervaren’ teamgenoten waarmee ze ‘tot dusver’ in hun eigen optiek ‘prima samenwerken’. Giovinazzi roept een paar keer dat het seizoen nog maar net is begonnen en dat zijn nulresultaten van de eerste drie Grands Prix met name te wijten waren aan pech, waar zelfs Hulkenberg zijn nieuwe teammaat Daniel Ricciardo nog maar eens een veer in diens achterste drukt. “We denken over veel dingen hetzelfde”, echoën er meerdere perspraatjes uit de afgelopen twee maanden door in Bakoe. Waar de FIA-man van dienst, die net buiten beeld naast de rijders souffleert welke journalist een vraag mag stellen, op een gegeven moment moet roepen 'last question please', weet de kijker dat-ie een boeiende persconferentie heeft gezien. De mediamomenten kunnen zomaar een half uur tot drie kwartier duren. In het Azerbeidzjaanse geval was het na negen minuten finito. En dat was inclusief de verplichte vragen van de door de FIA aangestelde interviewer. Al met al een leuk idee, die persconferenties, zolang ze maar boeiend blijven. Natuurlijk is het fijn voor de coureurs als iedereen eens de revue passeert, maar met het gebrabbel als dat er vandaag werd uitgekraamd komt niemand veel verder. FIA, gelieve om er elk raceweekend een paar praatgrage karakters neer te zetten en journalisten, laten we de rijders af en toe iets meer prikkelen. Zelfs als het niet de rijders zijn die de headlines scoren.
Meest gelezen