Max Verstappen is inmiddels een doorgewinterde naam in de Formule 1, maar ook daarbuiten is hij enorm actief in de autosport. Kijk maar naar zijn uitstapjes in GT-wagens en de eindeloze uren die hij doorbrengt op de simulator. De Nederlander ademt autosport en steekt dat ook niet onder stoelen of banken.
In de Red Bull-podcast Talking Bull wordt hem gevraagd hoe hij de tijd vindt om zijn F1-carrière te combineren met andere vormen van racen. Het geheim is passie: "Als je gepassioneerd bent over iets, is het een stuk eenvoudiger om daar je tijd in te steken, toch? Als je dingen moet doen die je eigenlijk niet echt leuk vindt, is dat mentaal erg uitputtend. Maar als het je passie is en je houdt van wat je doet, dan is het eigenlijk helemaal niet zo zwaar."
Vervolgens wordt hem gevraagd over welke autosportklasse hij 's nachts het meest droomt: "'s Nachts? Meestal over wat ik kan veranderen aan de GT-wagens, wat ik nog kan optimaliseren. In de Formule 1 heb ik al heel veel mensen om me heen die ik vertrouw en die hun werk erg goed doen. Dat is in de wereld van het GT-racen wel anders. De teams zijn een stuk kleiner, en er zijn nog veel dingen die ik beter moet leren begrijpen. Dat doe ik dan in mijn slaap."
Nachtelijke avonturen
Maar het gaat bij Verstappen nog verder dan alleen dromen. Hij neemt Team Redline, het simraceteam waar hij actief bij betrokken is, als voorbeeld. "Ik race zelf wat minder, vooral omdat het team het momenteel erg goed doet, met sterke coureurs en een geweldig management. Die weten wat ze moeten doen, waardoor ik niet bij hoef te springen."
"Ik kan rijden wanneer ik wil, daar komt het op neer. Toch komt het nog wel eens voor dat ik meedoe en vervolgens midden in de nacht wakker word omdat ik een aantal ideeën heb. Die moet ik dan meteen testen en dat kan niet wachten bij mij. Dan kruip ik uit mijn bed en zet ik om twee uur 's nachts de simulator aan. Dat heb ik zeker weleens gedaan", verklaart Verstappen. "Of dat ik mijn teamgenoot een berichtje stuur dat hij wakker moet worden", voegt hij daar nog grappend aan toe.
Wanneer de interviewer hem vertelt dat mensen ook slaap nodig hebben, geeft hij daar nog een gevat antwoord op: "Ja, maar ik moet ook sneller gaan. Slapen kan je nog altijd wanneer je dood bent!"
Meest gelezen
In dit artikel









Praat mee!