Sluit je aan bij De grootste racefamilie van Nederland

Ontdek welk pakket bij jou past

  • Altijd meepraten over de Formule 1
  • Kans maken op toffe prijzen
  • Advertentievrije site * (Plus & Premium)
  • Toegang tot de exclusieve RN365 app (Plus & Premium)
  • En nog veel meer…
* m.u.v. content van derden
Ontdek de mogelijkheden

Vijf van Schumachers beste F1-races aller tijden

​Zevenvoudig wereldkampioen Michael Schumacher viert deze zondag zijn 52e verjaardag. Hoe de Duitse legende er precies aan toe is weet alleen zijn familie: nadat Schumacher een heftig ski-ongeval meemaakte in 2013, verscheen hij niet meer in het openbaar. Toch zijn er vele mooie momenten in zijn carrière om op terug te blikken.

Liefst zevenmaal werd Schumacher wereldkampioen in de Formule 1, 91 keer schreef hij een Grand Prix op zijn naam. Racingnews365 pikt vijf memorabele zeges uit dit grote aantal overwinningen en belicht ze op Schumachers 52e verjaardag.

Spa-Francorchamps 1995

Op het circuit waar Schumacher in 1991 debuteert en in 1992 zijn eerste Grand Prix-zege boekt, behaalt hij in 1995 een van zijn meest bijzondere overwinningen. De destijds regerend wereldkampioen ziet zijn kwalificatie in het water vallen en vertrekt zodoende vanaf een zwaar teleurstellende zestiende plek, waar titelrivaal Damon Hill het met P8 beter doet. In de wedstrijd zelf weet Schumacher zich echter op kenmerkende wijze naar voren te knokken. Na een fenomenale openingsfase vindt Schumacher zichzelf na vijf ronden al op de vijfde plek terug. Niet lang daarna valt polesitter Gerhard Berger weg en komt het duo Hill-Schumacher in de positie om voor de zege te strijden. Rondenlang gaat het tweetal tot het gaatje, uiteindelijk is Schumacher de gevierde man. Op Spa-Francorchamps legt hij een belangrijke bouwsteen voor de uiteindelijke wereldtitel van 1995.

Barcelona 1996

Na vier seizoenen (en een beetje) uit te zijn gekomen voor Benetton is de Duitser klaar voor een nieuwe uitdaging. Bij Ferrari vindt hij die, al is het allereerste begin wel heel erg uitdagend. De wagen waarmee de Italiaanse stal in 1996 aantreedt is duidelijk niet opgewassen tegen het geweld van Williams. Schumacher moet toezien hoe Hill en Jacques Villeneuve de eerste vijf zeges van het jaar verdelen en bij een waterballet in Monaco vergaloppeert de Duitser zich al vrij snel. Op het Circuit de Catalunya komt vervolgens alles samen. De zevende wedstrijd van het seizoen mondt eveneens uit in een waterballet, maar ditmaal toont Schumacher zijn spierballen. De Duitser komt in eerste instantie slecht weg, maar baant zich vanaf P6 alsnog snel een weg naar voren. Na twaalf rondjes leidt de Duitser de wedstrijd en nadien ziet niemand hem meer terug: in de stromende regen rijdt Schumacher zijn concurrenten op een gigantische achterstand.

Hongarije 1998

Wie niet snel genoeg is, moet slim zijn. In 1998 domineert Mika Häkkinen, die de macht naar zich toetrekt. Op de Hungaroring lijken de zilverpijlen van McLaren wederom op weg naar een zege, maar daar stak Michael Schumacher een stokje voor. De Duitser wordt op een zeer agressieve en gevaarlijke strategie gezet door de Scuderia en met dank aan Schumachers rijvaardigheid wordt de noodgreep beloond met een zege. In plaats van twee pitstops voor nieuwe banden en brandstof te maken, kiest Ferrari ervoor Schumacher tot drie keer toe naar binnen te halen. Daardoor verliest hij ruim twintig seconde ten op de rijders die twee pitstops maken, waaronder Hakkinen. Schumacher beschreef de zeventig racerondjes in Hongarije na afloop als ‘zeventig kwalificatieronden’, maar die zeventig kwalificatieronden leidden uiteindelijk wel tot de overwinning, omdat Schumacher genoeg voorsprong opbouwt tussen zijn stops.

Japan 2000

De spanning is op het circuit van Suzuka in Japan om te snijden als de voorlaatste wedstrijd van het seizoen 2000 daar wordt afgewerkt. Schumacher kan voor de eerste keer sinds 1995, en voor het eerst in het Ferrari-rood, kampioen worden als hij de Japanse Grand Prix wint. Die wedstrijd is in de voorgaande twee jaar echter ten prooi gevallen aan Mika Häkkinen – in 2000 dé grote titelrivaal van Schumacher. In de kwalificatie ontlopen de rondetijden elkaar nauwelijks: Schumacher is slechts 0.009 seconden sneller dan Häkkinen. Dankzij een goede start van Häkkinen verliest Schumacher zijn sterke uitgangspositie echter al zeer snel. Rondenlang jaagt de Duitser, die de race moet winnen om de titel al in Japan binnen te slepen, op zijn Finse rivaal. Häkkinen en Schumacher staan elkaar geen enkele fout toe en zitten elkaar nagenoeg de hele race lang op de hielen. Aangezien de Ferrari-coureur iets langer door kan voor zijn tweede stop en in de vrije lucht precies genoeg tijdswinst pakt, weet de Duitser de strijd in zijn voordeel te beslissen om als eerste over de meet te komen.

Brazilië 2006

Na de gloriedagen bij Ferrari, waar Schumacher vijf achtereenvolgende rijderstitels scoort, moet de Duitser in Italiaanse dienst zich in 2005 gewonnen geven aan Fernando Alonso. Een jaar later, in zijn laatste Ferrari-seizoen, komt Schumacher tóch weer opgezet. Lange tijd lijkt hij een grote kans te maken op een recordbrekende achtste titel, maar de kansen daarop gaan in rook op als zijn Ferrari dienst weigert in de voorlaatste race van het jaar in Japan en de laatste kwalificatie van 2006 in Brazilië. Alonso hoeft niet veel te doen om kampioen te worden – Schumacher vertrekt vanaf een tiende plaats en heeft de schier onmogelijke opdracht om de race te winnen. Tot overmaat van ramp mag Alonso geen punten scoren, en dat terwijl de Spanjaard zich op een prima vierde plek heeft gekwalificeerd. Om het nog wat lastiger te maken snijdt Schumacher vroeg in zijn inhaalrace een band kapot, waardoor hij deze moet laten wisselen. Desalniettemin knokt de Duitser zich vanuit het achterveld terug naar een vierde plek – puike inhaalacties bij Kimi Raikkonen en Jenson Button gaan de geschiedenisboeken in, ook al was dit natuurlijk geen echte overwinning.

Viaplay
x
Kalender F1 slaat terug op kritiek Verstappen: "Het is niet verplicht"