Philip Jansen doet in het VU Amsterdam onderzoek naar genen en legt in gesprek met de Telegraaf uit dat hoewel een topsporter ongetwijfeld veel goede genen van zijn ouders heeft geërfd, succes valt of staat met nog een heleboel andere zaken. "Kijk bijvoorbeeld naar Max Verstappen. Natuurlijk heeft hij wat van het racetalent van zijn ouders overgenomen (moeder Sophie was een begenadigd karter,red.), maar nog belangrijker was dat hij al op vroege leeftijd in een kart zat. Dat is niet elk kind gegeven, de omgeving moet zoiets wel kunnen faciliteren", aldus Jansen. Hét topsportgen bestaat niet volgens de onderzoeker, het is dan ook niet vanwege dat gen dat bekende 'zonen van' als Max Verstappen en bijvoorbeeld Mathieu van der Poel (winnaar Amstel Gold Race) succesvol zijn. Eén bepaald gen kan de kansen op succes echter wel vergroten. "Als van twee kanten het gen dat ervoor zorgt dat een kind altijd gemotiveerd blijft wordt doorgegeven, dan is het aannemelijker dat dit kind succesvol wordt."
Meest gelezen