FIA gaat kijken naar belangrijke aanpassing op Zandvoort voor volgend jaar

Het moest een spectaculair gezicht worden: Formule 1-coureurs met geopende achtervleugels in de Arie Luyendykbocht, maar uiteindelijk mocht het niet zo zijn. Alhoewel de beelden van de kombocht ook zonder DRS heerlijk waren, zorgde het er wel voor dat er aan het einde van het rechte stuk minder inhaalacties waren dan gehoopt.

De FIA wil dat volgend jaar graag anders zien en gaat de data bestuderen om te kijken of DRS ook in de kombocht gebruikt kan worden. "Zoals we altijd doen met DRS, voeren we altijd simulaties uit en werken we binnen de grenzen die we hebben gesteld. Hier in Zandvoort waren de kombochten echter een grote onbekende factor."

Wedstrijdleider Michael Masi legt uit: "Daarom hebben we gezegd dat we eerst een evenement zouden houden waar we data verzamelen tijdens de training, kwalificatie en de race, om zo een beter idee te krijgen wat er mogelijk is met de DRS-zones tijdens de komende evenementen. Op die manier kunnen we analyseren of er veranderingen moeten worden gemaakt."

Volgend jaar gaan de regels echter op de schop en zullen de auto's heel anders zijn, maar dat maakt volgens de wedstrijdleider weinig uit: "Toch zullen we een goede indicatie hebben. Ja, de auto's zijn helemaal anders en hebben een heel ander aero-pakket, maar ik denk dat we met de data die we hebben verzameld een goede indruk hebben gekregen."

Managing Director Ross Brawn van de Formule 1 heeft goede hoop dat er volgend jaar inderdaad DRS gebruik kan worden op Circuit Zandvoort. "Inhalen is niet onmogelijk. Dat zagen we op zondag meerdere keren. Ik heb goede hoop en ben optimistisch dat we volgend jaar de DRS-zone kunnen verlengen tot voor de kombocht, zodat er meer kans op inhalen is."