In de terugkerende rubriek ‘Formule 1-schandalen’ belicht RacingNews365 in elke editie een spraakmakende zaak die de Formule 1-wereld toentertijd op stelten zette. Vandaag: de loden balletjes van Tyrrell, een laatste poging om de strijd met de turbowagens aan te gaan.
Stefan Bellof wordt in 1984 door velen aangewezen als toekomstig Formule 1-wereldkampioen Het is 1983 en teameigenaar Ken Tyrrell zit met de handen in het haar. Zo succesvol als zijn wagens vroeger waren, zo slecht gaat het tegenwoordig. Goed, eind 1982 heeft Michele Alboreto nog een Grand Prix-zege geboekt op de veredelde parkeerplaats van het Caesar’s Palace-hotel in Las Vegas, maar strijden om titels doet Tyrrell al een decennium niet meer. Tot overmaat van ramp is de (rijkere) concurrentie aan het experimenteren met turbomotoren. Wat heet: Renault stuurt haar eerste turbowagen al in 1977 het circuit op en als die twee jaar later eindelijk een race wint, volgen er meer. In 1983 beschikken naast Renault ook Ferrari, Brabham en Alfa Romeo over een turbomotor, Williams en McLaren introduceren er eentje in de slotfase van het kampioenschap. Tyrrell kan zo’n complexe krachtbron simpelweg niet betalen: hij klopt ieder jaar braaf aan bij Ford Cosworth, dat hem voorziet van een achtliter DFV. Alboreto wint met de Tyrrell-Ford in de straten van Detroit nadat leider Nelson Piquet in de slotfase in de problemen komt, maar dat is ook gelijk het enige hoogtepunt van het jaar. Voor de rest komen Alboreto en teammaat Danny Sullivan er totaal niet aan te pas. Omdat Alboreto door Enzo Ferrari naar Italië wordt gelokt en Sullivan terugkeert naar thuisland Amerika moet Tyrrell op zoek naar twee nieuwe rijders. Die vindt hij in de getalenteerde jongelingen Stefan Bellof en Martin Brundle. Het grootste probleem is echter niet wie er achter het stuur zit, maar wat het stuur de bochten in mag bewegen. De Tyrrell 012 wordt daarom in elke race ver onder het minimumgewicht de baan opgestuurd, zodat het nog iets lijkt. Bellof en Brundle scoren beiden podiumplaatsen in 1984, Tyrrell lijkt serieus op te leven.
De Tyrrell 012 wordt ver onder het minimumgewicht de baan opgestuurd
De truc: tijdens de laatste pitstop vullen de monteurs van Tyrrell de wagens van Brundle en Bellof niet alleen bij met brandstof, maar ook met loden balletjes. Deze brengen het gewicht precies op peil, waardoor de bolides van Tyrrell na de race door de technische keuring komen. Maandenlang komt het team ermee weg, tot de FIA het tijdens de wedstrijd in Detroit in het snotje krijgt. Om de niet-turbowagens in 1984 een kans te geven, is het toegestaan om ‘gebruikte vloeistoffen’ na de race bij te vullen om op gewicht te komen. Brabham bedenkt voor zij zich aan een turbodeal wagen complexe watertanksystemen, andere teams komen eveneens met oplossingen op de proppen. Geen enkele is echter zo ingenieus als die van Tyrrell. De tweede plek van Brundle in Detroit betekent het begin van het einde. Tyrrell wordt voor de autosportrechter gedaagd, rijdt onder beroep nog een aantal Grands Prix mee, maar krijgt vlak voor de slotfase van het seizoen te horen het bokje te zijn. Gevolg: alle door Brundle en Bellof (laatstgenoemde blinkt samen met mede-debutant Ayrton Senna uit in de straten van Monaco) punten worden afgenomen, Tyrrell kan deelname aan de laatste races van het jaar vergeten en moet vanwege het Concorde Agreement waarin is opgenomen dat elk team elke race rijdt, een fikse boete betalen. Daar bovenop komt een additionele boete vanwege het schenden van de reglementen en tot overmaat van ramp wordt ook het prijzengeld ingehouden. Boze tongen beweren dat de FIA streeft naar een turbokampioenschap, waar enkel grote fabrikanten aan deelnemen. Zodoende zou de bond Tyrrell maar wat graag de nek omdraaien.
Ken Tyrrell, eigenaar en naamgever van het befaamde team, verkoopt zijn aandelen in 1997. Tyrrell overleeft de aanslag die zij zelf in de hand heeft gewerkt echter, zij het ternauwernood. Vanaf de start van 1985 mogen de wagens van Ken Tyrrell weer deelnemen en na een tijdje worden deze voorzien van Renault-turbomotoren. De financiële schokgolf van het controversiële FIA-besluit van 1984 wordt echter nog jaren gevoeld en het blijkt uiteindelijk een van de factoren waardoor Tyrrell in 1997 besluit de toko te verkopen.
Meest gelezen