Hevig geëmotioneerde Marquez evenaart Rossi met voltooien ultieme MotoGP-comeback

Een paar jaar geleden gaven nog maar weinig mensen iets voor de titelkansen van Marc Marquez. Hij crashte voortdurend, waardoor hij ook veelvuldig aan de kant stond door slepend blessureleed. Meerdere ingrepen moesten de Spanjaard, die zijn laatste titel in 2019 vierde, weer oplappen.

Synchroon aan dat proces zette het verval van Repsol Honda zich in - of misschien hadden die twee zaken juist alles met elkaar te maken. Hij bleef het team lang trouw, maar kon niet langer meer lezen en schrijven met de machine die in zijn hoogtijdagen alleen hij nog wist te beteugelen. 

De overstap naar de Ducati's van Gresini in 2024 bleek een zilveren greep; de gouden greep volgde een jaar later toen hij brutaal een fabriekscontract opeiste bij de Italianen. Die gingen akkoord en daar kregen ze geen moment spijt van. De Marquez van weleer keerde terug en zat vaster in het zadel dan ooit.

Dat hij de titel pakt na elf GP-overwinningen en met nog 5-raceweekenden te gaan, zes jaar na zijn laatste titel, maakt dat Marquez hevig geëmotioneerd over de streep kwam. Hij staat nu qua titels op gelijke hoogte met Valentino Rossi. Beide kampioenen pakten één titel in de 125cc, één titel in de 250cc/Moto2 en zeven titels in de topklasse.

Op het circuit van Motegi won Marquez niet. De zege ging naar teamgenoot Pecco Bagnaia, maar de grootste spotlights waren gericht op Marc Marquez.