Toppers en floppers van de Formule 1 Grand Prix van Hongarije

Toppers Wederom was Lewis Hamilton niet de snelste coureur van het veld, maar voor de tweede keer in een week tijd kwam de Brit wél als eerste over de eindstreep. Hamilton heeft bijzonder goede zaken gedaan in de strijd om het wereldkampioenschap: in de laatste twee races scoorde hij 32 punten meer dan naaste rivaal Sebastian Vettel. Af en toe moet je een beetje geluk hebben en dat geluk staat momenteel absoluut aan zilveren zijde. Hamilton kan de komende vier weken op twee oren gaan slapen, om in België de jacht op zijn vijfde titel te hervatten. Het geruchtencircuit van 2018 wordt gedomineerd door Daniel Ricciardo en Carlos Sainz, twee mannen die onder contract staan bij Red Bull. Dat er niet veel wordt gesproken over Pierre Gasly , is eigenlijk maar vreemd. De Fransman rijdt nog geen jaar in de Formule 1 en laat bij tijd en wijle bijzondere dingen zien in zijn Toro Rosso-Honda. Het Hongaarse Grand Prix-weekend was zo’n geval. Vanaf vrijdagmiddag zat Gasly er goed bij, om op zaterdag in de regen een fenomenaal rondje te produceren. Tijdens de race lag de jongeling even op P3, maar hij leek zich goed te beseffen geen partij te zijn voor de Mercedessen, Ferrari’s en de overgebleven Red Bull. P6 is een waanzinnig sterk resultaat. Vettel kwalificeerde niet goed genoeg om als laatste topper aan te worden gewezen, Kimi Raikkonen was te kleurloos. Ricciardo verpestte zijn weekend op zaterdag en zodoende is de laatste topper van dit weekend Kevin Magnussen . De Deen versloeg teammaat Romain Grosjean andermaal in de kwalificatie en reed op zondag strak naar een zevende plaats. Eindelijk, eindelijk kreeg Magnussen eens loon naar werken: op Silverstone werd kreeg hij na een paar honderd meter een beuk van Grosjean, in Duitsland vergalopperde het team zich omtrent de bandensituatie. Zes puntjes erbij voor een blije Deen. Grande lavoro , zou Vettel zeggen.

Floppers Tsja. Dan lig je al tweede op een seconde of tien van je teamgenoot, als het rode gevaar zich ook nog aandoet. Valtteri Bottas had zich zóveel meer voorgesteld van de Grand Prix van Hongarije, maar voor het oog van duizenden Finse fans mocht het niet zo zijn. Op totaal versleten banden probeerde Bottas zijn Mercedes naar de finish te sleuren, maar het met hand en tand verdedigen van eerst de tweede plaats en later P4 was tegen het zere been van zijn kreupele bolide. Bottas had kunnen weten dat de grip er niet was en zodoende had hij, zeker het laatste incident, kunnen voorkomen. Als team en als motorleverancier verlaat Renault het Hongaarse grondgebied met een dubbel gevoel. Natuurlijk werd Ricciardo vierde en scoorde Carlos Sainz wat puntjes, maar al met al was het toch teleurstellend. Max Verstappen moest al vroeg opgeven met een motorgerelateerd probleem, Nico Hülkenberg kwam er voor het fabrieksteam totaal niet aan te pas. Bovendien had Sainz meer gehoopt, nadat hij zich op een formidabele vijfde plaats kwalificeerde. Renault-directeur Cyril Abiteboul mag zijn draaiboek ‘recht lullen wat krom is voor gevordenen’ weer eens uit de kast trekken. Een kort resumé. Het is zaterdagmiddag, de klok geeft een uur of half vier aan. Het regent, het is nat op de Hungaroring en het wordt alleen maar natter. Je hebt je Williams net naar het tweede kwalificatiegedeelte weten te sleuren en op intermediates ga je er eens goed voor zitten. Wat gaat hier precies fout? Juist, Lance Stroll zit achter het stuur. Geen plek bij de beste vijftien, omdat de Canadees zijn voorvleugel kapotrijdt en deze in het parc fermé moet laten verwisselen. In de race zelf is Stroll kansloos. Als je een mogelijkheid hebt, zoals op zaterdag, moet je deze ook pakken.