Fernando Alonso beleefde zijn hoogtijdagen in de Formule 1 bij Renault. In 2005 en 2006 pakte hij daar namelijk de wereldtitel. De Spanjaard kwam in 2010, 2012 en 2013 nog dichtbij, maar moet het met de tweede plaats doen, terwijl hij in 2007 derde werd.
De inmiddels 44-jarige coureur is echter nog altijd een markant figuur in de koningsklasse van de autosport, die inmiddels van de hoed en de rand weet. Na het F1-seizoen 2018, toen Alonso inmiddels al 37 was, nam hij tijdelijk afscheid van de sport. Hij nam een pauze van twee jaar, om in 2021 weer terug te keren op de F1-grid. Toen stuitte hij echter op een onaangename verrassing.
"Toen ik terugkeerde naar de F1, dacht ik dat ik op hetzelfde niveau zat als toen ik twee jaar eerder was vertrokken. De stopwatch zei echter iets anders. De stopwatch gaf aan dat ik een paar tienden langzamer was", zegt Alonso in gesprek met DAZN.
"Ik had ook geen antwoord op de vraag hoe ik die tienden kon vinden. Ik zat namelijk al op mijn limiet. Maar het is het cognitieve systeem, iets aangeboren dat we hebben en dat je ontwikkelt door het te oefenen. En dat als je een pauze hebt, je een 'reset' uitvoert."
Alonso voegt daar nog het volgende aan toe. "Je kunt geen ego hebben, want dat vertraagt je en helpt je helemaal niet, maar je hebt wel veel zelfrespect en zelfvertrouwen nodig. Dat vertrouwen moet onwrikbaar zijn. Het is moeilijk om vertrouwen en ego in evenwicht te houden."
Meest gelezen
In dit artikel











Praat mee!