Ferrari: "Een B-auto lost onze problemen niet op"

"Men hoeft niet te verwachten dat we op enig moment met een radicale B-auto op de proppen komen. In plaats daarvan hopen we het gat naar Mercedes te dichten met twee of drie updates", zo klinkt het in gesprek met Auto, Motor und Sport hoopvol uit de mond van teambaas Mattia Binotto. Volgens Binotto liggen er twee grote factoren aan de problemen van Ferrrari ten grondslag: "Enerzijds zijn er natuurlijk de 'moeilijke' banden, maar daar hebben we geen invloed op. We kunnen daarentegen wel proberen meer downforce te genereren, maar dat brengt ook weer meer luchtweerstand met zich mee. Dat zijn echter zaken die je niet in één dag kunt corrigeren, dat is een proces van weken." Hoewel de start van het seizoen dus niet bijster goed was, wil Ferrari van opgeven niets weten: "Niet dat we voortdurend bezig zijn met de wereldtitel hoor, maar we willen wel heel graag de problemen die we nu hebben het hoofd bieden, zodat we zo snel mogelijk wél weer competitief zijn." Bij Ferrari heerst niet de vrees dat wanneer het team zich mogelijk blind blijft staren op 2019, dat ten koste kan gaan van 2020 en 2021, het jaar waarin de reglementen compleet op de schop gaan. "Nee hoor, we hebben altijd meerdere projecten naast elkaar lopen, dat is nu niet anders. Bovendien was het altijd al de bedoeling dat we de 2019-auto tot ver in het seizoen zouden doorontwikkelen. De ontwikkelachterstand die we nu hebben, maakt weliswaar dat we iets minder uren kunnen spenderen aan andere projecten, maar dat heeft nauwelijks impact." De laatste tijd is er veel gezegd en geschreven over een reorganisatie bij Ferrari, geïnitieerd door Binotto zelf. Die reorganisatie houdt echter geen verband met de moeizame seizoensstart: "De verschuivingen die plaatsvinden zaten al sinds januari in de pijplijn en hebben dus niet te maken met het teleurstellende verloop van het seizoen."