Formule 1-directeur blij dat de 2021-bolides verdwijnen uit de sport

Vanaf 2022 zullen de nieuwe technische reglementen van kracht gaan, waardoor de bolides flink gaan verschillen ten opzichte van het afgelopen seizoen. Ross Brawn, sportief directeur van de Formule 1, kan niet wachten op de veranderingen binnen de koningsklasse. De 2021-bolides waren namelijk lastig om mee te racen, zo legt hij uit in F1 Tech Talk . Brawn was een van de grootste drijfveren achter het nieuwe pakket aan technische reglementen. Hij is dan ook blij dat er een nieuw tijdperk aan wordt gebroken in de koningsklasse, waarin het racen spannender moet zijn. Toch zijn er een paar positieve punten om op terug te kijken. "Het ligt er wel aan wat men verstaat onder 'de ultieme Formule 1-auto', want als je daarmee bedoelt 'de snelste', dan was het goed", zegt hij over de oude reglementen. "Maar of het de beste racewagen is? Nee, ik denk dat deze auto's veel te vatbaar zijn voor het rijden vlak achter een ander. Ook als ze over een kerbstone rijden en er vliegt een stukje van de bolide af, dan werkt hij al niet meer."

Brawn kijkt uit naar 2022

De veranderingen in de regels zorgen voor een compleet nieuwe filosofie van de wagens. Het concept van 'ground effect' komt terug en elk aspect van de auto gaat er anders uitzien. Dit allemaal om beter wiel-tegen-wiel te kunnen racen, dit omdat er minder vuile lucht is die de downforce van de auto's verstoort. "We moeten de bolides wat robuuster maken", vindt Brawn ook. "Wat simpeler, wat minder vatbaar." De F1-directeur is benieuwd naar de creativiteit van de teams, want zelfs binnen de strenge reglementen is volgens hem ruimte voor verschillende soorten bolides. "Er is geen twijfel over mogelijk dat ze het concept moeilijk gaan opvatten", zegt hij lachend.