Op deze dag, 21 januari, wordt in 1979 de eerste race van het jaar gehouden. Het Autodromo Municipal Ciudad de Buenos Aires in Argentinië is gastheer van de seizoensouverture. De keuze voor Zuid-Amerika is logisch te verklaren: de maand januari staat in Argentinië gelijk aan het begrip zomer. Doordat het land onder de evenaar ligt, zijn de seizoenen tegenovergesteld ten opzichte van Europa. Nadat Lotus in 1978 de lakens heeft uitgedeeld, trapt het Franse Ligier-team op de best denkbare manier af in januari 1979. Op het circuit in Buenos Aires trainen Ligier-rijders Jacques Laffite en Patrick Depailler hun wagens naar de eerste twee startplaatsen. Een paar honderd meter achter hen op de startopstelling, op de 21ste plaats om precies te zijn, staat een jonge, Nederlandse krullenbol. Niemand minder dan de 22-jarige 'Jantje' Lammers uit Zandvoort mag zijn debuut maken.
Getooid met startnummer zeventien op zijn (dan nog) blauwe Shadow is de regerend Formule 3-kampioen op zaterdag, tijdens de kwalificatie, in een tijd van 1.49.51 rond gegaan. Lammers ziet met tweevoudig wereldkampioen Niki Lauda en Renault-wonderkind René Arnoux een paar grote namen achter zich op de grid. Doordat latere kampioenen Jody Scheckter en Nelson Piquet betrokken raken bij een startongeval en naast het tweetal nog drie andere rijders de strijd al na een rondje moeten staken, is Lammers in de beginfase direct een aantal tegenstanders kwijt. De Nederlander gaat op zijn eigen tempo achter de meut aan en weet zich prima staande te houden, tot de transmissie in zijn Shadow de geest geeft. Een kleine tien ronden voor het vallen van de vlag moet Lammers noodgedwongen de handdoek in de ring gooien. In een exclusief gesprek met Racingnews365 blikt Lammers terug op die ene dag in januari. Het jubileum vieren doet de Zandvoorter niet, maar dat het nog altijd tongen losmaakt, doet hem deugd. “Het was een heel ander tijdperk dan nu”, herinnert Lammers zich. “Als je destijds als Nederlander de Formule 1 haalde, dan was dat al heel wat. Een Nederlandse coureur met een vast contract in de Formule 1 – dat was uniek!”
Jan Lammers
De grote mannen vonden het wel apart om een jong ventje op de grid te zien verschijnen!
Tussen de big boys mag Lammers zijn opwachting maken. Op de startgrid staan onder meer wereldkampioenen Mario Andretti (1978), James Hunt (1976), Emerson Fittipaldi (1972 en ’74) en de bovengenoemde Lauda. Andretti is op dat moment slechts een paar weken verwijderd van zijn 39 ste verjaardag en kan een heuse nestor worden genoemd. Lammers, met zijn 22 jaar op dat moment een broekie in vergelijk met de rest, vindt het maar al te gaaf om het tegen zijn jeugdhelden op te nemen. De oudere rijders zelf kijken enigszins verbaasd op. Wie is deze jonge Hollander? “Haha”, lacht de nu 62-jarige Lammers. “Die vonden dat natuurlijk wel apart, zo’n heel jong ventje. Volgens mij wisten ze niet echt wat ze daar nou mee aan moesten! Maar goed, in de weg zat ik niet. Mijn wagen – de Shadow – kon op goede dagen in de middenmoot meedraaien. Meestal was ik gedoemd tot het achterveld. Slechts door goed stuurwerk viel er nog wat te halen, maar ook dat beperkte zich.” In Argentinië wordt er, zoals in die tijd gebruikelijk, gestart door het zwaaien van de nationale vlag. Lammers kijkt zijn ogen uit als het veld op de razendsnelle eerste bochten af raast. “Argentinië was wat dat betreft wel apart: vergeet niet, in die tijd kwamen er zo 150.000 toeschouwers op een Grand Prix af. In Argentinië was het traditie om een soort eigen ‘confetti’ te maken: de fans versnipperden papiertjes en gooiden die de baan op, als wij vertrokken. Je reed door een sneeuwbui van witte papiertjes!”, haalt Lammers grinnikend op.
De kleine Jan Lammers stond bekend om zijn bos krullen De kleine krullenbol uit Zandvoort heeft zijn handen vol aan het bakbeest waarin hij rijdt. De Shadow is log, zwaar en ontbeert het bovendien aan grip. “Het was echt heel erg hard werken. Ik woog destijds 58 kilogram en was ongelooflijk fit, maar ging toch bijna ondersteboven toen ik – kort voor het vallen van de finishvlag vanwege een mechanisch defect – de strijd moest staken. Gelukkig had een baancommissaris een flesje water voor me, anders was ik omgevallen!” Ten tijde van Lammers’ GP-debuut staat de Formule 1 bol van politiek gekonkel. Bernie Ecclestone, zelfs eind jaren ’70 al een grote meneer in de koningsklasse, kruist als rechtenbezitter van de televisiebeelden de degens met FISA(voorloper van de FIA)-baas Jean-Marie Balestre. Over de inzet, veiligere circuits, houdt Lammers zich weinig bezig. “Natuurlijk heb je wel een mening, maar je komt net kijken. Ik was net nieuw, ik ging het team niet lastigvallen met politieke uitingen. Gewoon de auto besturen, dat was mijn taak.” Waar Lammers door het winnen van grote evenementen als de 24 uursraces van Le Mans en Daytona uiteindelijk een sterk cv opbouwt buiten de Formule 1, daar zou toenmalig Shadow-teammaat Elio de Angelis een tweetal Grands Prix op zijn naam schrijven. Puristen wijzen er tegenwoordig nog steeds op, dat Lammers wellicht de betere rijder van de twee was. “Ach. Elio was goed. Elio was absoluut goed”, spreekt Lammers over zijn in 1986 verongelukte voormalig collega. “Ik zie nog weleens wat data terug, maar dat was toen niet voorhanden. En uiteindelijk heb ik een pad mogen bewandelen waar ik tot op de dag van vandaag trots op ben!”
Meest gelezen