De comeback van Max Verstappen zal ons, ongeacht het eindresultaat, nog lang bijblijven. De Red Bull-coureur leek na de Grand Prix van Nederland compleet uitgeschakeld in de titelstrijd, maar niets bleek minder waar. Knappe zeges in Italië, Azerbeidzjan en de Verenigde Staten zorgden ervoor dat Verstappen weer binnen schootsafstand van McLaren kwam, al is zijn achterstand inmiddels wel weer groter geworden.
Toch blijft het knap dat Red Bull de auto na de zomerstop zodanig wist te verbeteren, ook met het oog op de reglementswijzigingen van 2026. Verstappen wijst in de Pelas Pistas-podcast het Grand Prix-weekend in Zandvoort aan als het startpunt van de comeback.
"Waarschijnlijk door wat we in Zandvoort hebben geleerd", vertelt Verstappen. "We zijn helemaal van links naar rechts gegaan met de auto, wat eigenlijk heel extreem is in de Formule 1. Normaal gaat het altijd om kleine procentjes links en rechts. We hebben alles geprobeerd, en het was niets. Niets werkte."
Wijzigingen bij Red Bull
Maar dat zorgde juist voor een doorbraak. "Op een gegeven moment dachten we: er is nog maar één ding dat we kunnen doen. Dat hebben we ook gedaan, en dat gaf ons een beetje een richting en een iets betere balans. Het was nog steeds niet altijd goed genoeg, maar we waren soms wel en soms niet snel genoeg als we op het circuit kwamen. Over het algemeen waren we gewoon constanter."
Er kwam een lijn in, zag Verstappen. "Vanaf de eerste vrije training tot aan de kwalificatie en race stonden we er, óf stonden we in de buurt. Gewoon stabiel. In alle races tot aan Zandvoort konden we juist heel slecht of heel goed zijn. Slecht, goed, slecht... Vanaf dat moment leek de auto een beetje in een window te vallen."
Verstappen voelde het verschil. "Het was voor mij ook wat makkelijker om te rijden, wat natuurlijk ook veel helpt. Vanzelfsprekend was dat ook beter voor de banden."
Meest gelezen
In dit artikel









Praat mee!