En dat was precies wat het Circuit Zandvoort nodig had. Immers, waar het TT Circuit in Assen alles in kannen en kruiken heeft om een Formule 1-race te organiseren, daar moet er in de Noord-Hollandse duinen nog veel gebeuren. Iedereen sprak weer over het Circuit Zandvoort. De hele vrijdag stond in het teken van de mogelijke terugkeer van de Nederlandse Grand Prix, de enigszins stilgevallen discussie werd weer aangewakkerd. Echter: is het Circuit Zandvoort daadwerkelijk klaar voor het onthaal van een klasse als de Formule 1?
Vrijwel iedere Nederlandse autosportliefhebber hoopt op een Formule 1-race op eigen bodem. De een heeft een voorkeur voor het Circuit Zandvoort, de ander voor het TT Circuit in Assen. Voorkeuren daargelaten lijkt het laatstgenoemde asfaltlint iets meer kans te maken, ondanks de recente berichtgeving. Want dat wat op vrijdag naar voren kwam, was in feite niets nieuws. Zowel Assen als Zandvoort is door de FIA-‘keuring’ gekomen. Beide circuits worden geschikt genoeg geacht om een Grade 1-licentie te bemachtigen, de licentie die benodigd is om evenementen als een Formule 1 Grand Prix te organiseren. Assen kreeg in een eerder stadium al te horen een aantal wijzigingen door te moeten voeren, maar deze zijn niet onoverkomelijk. Vanuit de Drentse hoofdstad is door de promotor en stichting The Dutch Grand Prix Foundation al meermaals aangegeven dat het kostenplaatje geen probleem vormt. Zandvoort daarentegen leek vrijdag niets minder dan een heuse promotietour te maken. Meerdere nationale media gaven het circuit ruim boord om aandacht te genereren. Prins Bernhard junior sprak over een gemis aan centen en hield overal een slag om de arm. Teksten als ‘het is mogelijk’, ‘we willen dit allemaal’ en ‘financiën vormen een uitdaging’ zijn in principe geen nieuws.
Assen heeft te kampen met een aantal vooroordelen
Assen houdt zich wijselijk stil. In een eerder stadium werd de mond al eens voorbijgepraat – of verkeerd opgetekend – waardoor verschillende bommetjes onschadelijk gemaakt moesten worden. TDGPF-voorzitter Jos Vaessen sprak vrijdag: “De berichtgeving zorgt voor verbazing en verrassing. Qua infrastructuur en circuit is Assen veel verder.” Die woorden lijken een grote kern van waarheid met zich mee te dragen. Assen heeft in de vorm van de MotoGP-wedstrijd bovendien al decennialang een zeer groot evenement, iets wat Zandvoort in de laatste jaren niet meer heeft. De aanvliegroute en het wegennetwerk in Drenthe zijn bovendien een stuk eenvoudiger dan die naast de Noordzee. Het enige waar Zandvoort momenteel op buigt is de gunfactor vanuit de Randstad en de historische waarde, al schijnt dat laatste ook niet veel meer dan een losse flodder te zijn om de aandacht nog meer aan te wakkeren. Assen moet het doen met een aantal vooroordelen, de meest gehoorde is natuurlijk dat het een motorcircuit zou zijn. Echter, in het recente verleden zijn er twee Formule 1-coureurs op bezoek geweest die beiden beweerden dat de baan met een tweetal aanpassingen prima een F1-race kan organiseren. De Strubbenbocht zou ietwat wijder moeten worden gemaakt en de snelle rechter van de Ruskenhoek moet verlegd worden naar de Stekkenwal, om een DRS-zone te creëren. Het asfalt is er al, achter de Ruskenhoek ligt namelijk een uitloopstrook. Qua zitplaatsen heeft het TT Circuit niet te klagen. Met de Winterdijktribune is er vlak voor de Nederlandse MotoGP-race van dit jaar een grote nieuwe tribune geopend, de Stekkenwaltribune en de Bultribune staan op de lijst om te worden opgeknapt. Bovendien is nog niet al te lang geleden ook flink geïnvesteerd in de Haarbochttribune. Wat er ook gebeurt, het zou fantastisch zijn om na 35 jaar eindelijk weer een Formule 1-race in Nederland te krijgen. De toekomst zal uitwijzen welk circuit de voorkeur krijgt van Liberty Media, áls de GP doorgang wordt verleend.
Meest gelezen