Verstappen over bijzondere band met moeder: "Staat al elf jaar vol met kaarsen"

Max Verstappen werd in 1997 geboren in een gezin met een brede autosporthistorie. Vader Jos reed op het moment van zijn geboorte zijn vierde jaar in de Formule 1 bij Tyrrell en was destijds de enige Nederlander met een podium in de koningsklasse van de autosport.

Toch komt volgens de viervoudig wereldkampioen het race-DNA vooral van moeders kant: "Ik bedoel, natuurlijk, mijn vader reed zelf ook in de Formule 1, maar mijn moeder reed vroeger kartwedstrijden tegen coureurs die later ook de Formule 1 haalden, zoals Jenson Button en Giancarlo Fisichella. Dus ik zou zelfs zeggen dat het racen in de familie meer van mijn moeders kant komt", vertelt Verstappen in een video op het YouTube-kanaal van Oracle Red Bull Racing.

Sophie Kumpen, de moeder van Verstappen, had daarnaast ook nog een oom en neef die beiden actief waren in de autosport. Kumpen begon zelf op haar elfde met karten en wist in 1995 zelfs de Andrea Margutti Trophy te winnen. Uiteindelijk stopte Kumpen met karten om voor haar kinderen te zorgen. "Ze bleef karten tot ze zwanger werd van mij, dus ik heb haar carrière als het ware beëindigd", geeft Verstappen toe.

Voor iedere race een kaars

Verstappen is tijdens de F1-weekenden vaak met vader Jos op het circuit te zien. De Nederlander laat echter weten dat ook zijn moeder ieder raceweekend aan hem denkt en een traditie in ere houdt: "Voor elke race stuurt ze me een foto van het aansteken van een kaars. Voor elke race gaat ze naar de kerk en steekt ze een kaars aan. Dus in de chatgeschiedenis met mijn moeder, als ik naar de foto’s kijk, is het elke week een kaars. Al elf jaar lang staat het vol met kaarsen."

Verder gaat Verstappen nog in op zijn kindertijd. Hij geeft aan dat hij volledig uit eigen beweging begon met karten: "Ik denk dat het altijd heel belangrijk is dat je ouders je als kind niet dwingen om iets te doen. Dus mijn vader en mijn moeder hebben me nooit gezegd: 'Hé, probeer eens een kart', of: 'Je moet dit doen'."

"Het begon op een kartbaan. Ik was vier en ik zag een driejarig kind al in een kart rijden. En ik dacht: dat wil ik doen. Hij is drie jaar en ik rijd niet eens. Dus belde ik mijn vader, hij was volgens mij aan het racen in Montreal. En hij zei: 'Nee, ik wil dat je wacht tot je zes bent. Niet nu'."

En dus gebruikte de jonge Verstappen, net als ieder kind, een befaamde tactiek om zijn zin te krijgen: "Ik bleef aandringen en huilen bij mijn moeder, een paar maanden lang, dat ik wilde beginnen met karten. Uiteindelijk kreeg ik mijn zin. Toen was ik vier en een half. En het kind dat ik toen zag, degene die het eigenlijk voor mij in gang zette, is tot op de dag van vandaag mijn beste vriend. Het heeft me gevormd tot wie ik vandaag ben."