Stefan Johansson stelt in gesprek met Formule 1 Magazine dat het als coureurscoach zijn taak niet is om coureurs te leren racen, maar om hen te helpen met hun zelfvertrouwen, wat hij beschouwt als het allerbelangrijkste. Hij geeft toe dat het hem zelf jaren kostte om dat niveau van vertrouwen in de autosport op te bouwen.
Dat is volgens hem het fundamentele verschil met coureurs als Ayrton Senna en Max Verstappen. Zij weten exact wat ze willen en rusten niet voordat ze het krijgen. Johansson is van mening dat je als coureur zelfs een beetje ‘vervelend’ moet zijn voor je team en continu de grenzen moet opzoeken. "Als je die houding vervolgens op de baan kunt waarmaken, dwing je respect af en zal het team je volledig omarmen."
De Zweed beschouwt Max Verstappen als een coureur met een waanzinnige hoeveelheid puur talent. In zijn analyse noemt hij de Nederlander een 'absolute acrobaat in de auto' en oppert hij dat Verstappen misschien wel de beste coureur ooit is. Het is de eigenschap die grootheden definieert: "Hij is zo’n coureur die het verschil maakt op een dag waarop hij misschien niet zou moeten winnen, maar het op de een of andere manier toch voor elkaar krijgt."
Diezelfde kwaliteit ziet hij terug bij zijn eigen pupil, IndyCar-legende Scott Dixon. Johansson legt uit dat Dixon het vermogen bezit om elk weekend het absolute maximum uit het materiaal te persen. Zelfs als een weekend er slecht uitziet, weet hij zich volgens zijn manager toch naar het podium te slepen. De reden dat Dixon zoveel kampioenschappen heeft gewonnen, is volgens Johansson niet omdat hij altijd de snelste is, maar simpelweg omdat hij de minste fouten maakt.
Meest gelezen
In dit artikel
Praat mee!