13 november 1994. De straten van Adelaide, Australië, zijn het decor van de zestiende en laatste Grand Prix van het seizoen. Nog twee coureurs hebben, na een jaar vol drama, controverse en politiek moddergooien, kans om er met de wereldtitel vandoor te gaan. Aan de ene kant heb je Michael Schumacher en Benetton, aan de andere kant staan Damon Hill en Williams.
De twee kemphanen zijn een klasse apart in 1994. Schumacher domineerde aan het begin van het seizoen, maar na twee diskwalificaties en een schorsing van twee races kwam Hill in rap tempo terug. Voor aanvang van het laatste raceweekend staat Schumacher op 92 punten, Hill op 91 punten. Om de dominantie in cijfers uit te drukken: nummer drie Gerhard Berger heeft ‘slechts’ 35 punten.
En dus zijn alle ogen in Adelaide gericht op Schumacher en Hill. Wie houdt de ander achter zich en haalt zijn eerste wereldtitel binnen? Duitsland tegen Groot-Brittannië, Benetton tegen Williams, toptalent tegen laatbloeier.
1994 in een notendop
Om de hoge inzet meer duiding te geven, is het slim om terug te kijken naar het seizoen. Het begon allemaal met een groot aantal reglementswijzigingen. De meest ingrijpende was het verbod op allerlei elektronische hulpmiddelen voor de coureurs, zoals de actieve ophanging, ABS, traction control en launch control.
Ayrton Senna waarschuwde dat de wijzigingen tot grote ongelukken konden leiden. Zijn woorden bleken profetisch toen zowel Senna zelf als Roland Ratzenberger dodelijk verongelukten tijdens dat bewuste weekend in Imola.
Daarnaast beschuldigde Williams gedurende het seizoen rivaal Benetton herhaaldelijk van vals spel. Zo zou het team van Schumacher nog altijd gebruikmaken van launch control, iets dat echter nooit bewezen werd. Ook zou Benetton hebben gesjoemeld met de brandstofslang. De gevolgen daarvan ondervond het team van dichtbij, toen tijdens de GP van Duitsland de auto van Jos Verstappen veranderde in een vuurzee bij het bijtanken.
Verder was er nog de schorsing van Schumacher. De Duitser haalde Hill in tijdens de formatieronde van de GP van Groot-Brittannië. De wedstrijdleiding gaf hem een zwarte vlag, maar Benetton probeerde die tijdens de race aan te vechten. Schumacher finishte als tweede, achter Hill, maar werd gediskwalificeerd voor het negeren van de zwarte vlag.
Even later kreeg hij voor dit vergrijp ook nog een schorsing van twee races opgelegd. Benetton vocht die aan, waardoor de WK-leider ‘gewoon’ kon starten in Duitsland, Hongarije en België. Schumacher viel uit in Duitsland, won in Hongarije en werd vervolgens (opnieuw) gediskwalificeerd in België, ditmaal vanwege een te ver doorgesleten bodemplank. Het beroep van Benetton hield geen stand, en de schorsing van Schumacher ging alsnog in.
Hill profiteerde optimaal van Schumachers afwezigheid en won zowel de GP van Italië als die van Portugal. Daarmee naderde hij de Duitser tot op één punt. Schumacher keerde terug in Jerez en won daar, vóór Hill. Een race later, in Japan, sloeg Hill terug en eindigde vóór Schumacher, waarna de seizoensfinale op het programma stond.
Anderen bekeken ook:
En toen was daar... dé crash
En dus moest het voor beide heren gebeuren in Adelaide. Maar geen van beide titelrivalen startte vanaf poleposition: het was Nigel Mansell die in de tweede Williams de snelste tijd neerzette. Schumacher volgde als tweede, Hill als derde. Na de eerste ronde was het echter Schumacher die aan de leiding ging, met Hill in zijn kielzog.
Die volgorde bleef ongewijzigd tijdens de eerste 35 ronden van de race. Maar wat daarna gebeurde, had bijna niemand zien aankomen. Schumacher maakte een fout en raakte de muur. De WK-leider probeerde zijn weg te vervolgen, terwijl Hill vlak achter hem zat. De Brit rook zijn kans en dook in de daaropvolgende 90-gradenbocht aan de binnenkant van Schumacher. De Duitser stuurde in, en de twee raakten elkaar. Schumachers Benetton kantelde bijna op zijn zij en eindigde in de muur.
Hill probeerde nog door te rijden, maar kwam aan het einde van de ronde binnen voor inspectie. De schade aan zijn ophanging bleek te groot om verder te gaan. Beide coureurs vielen uit, waardoor Michael Schumacher wereldkampioen van 1994 werd.
Wel of niet bewust?
Formule 1-experts waren destijds sterk verdeeld over het incident. Sommigen bestempelden de botsing als een race-incident, terwijl anderen Schumacher openlijk van onsportief gedrag beschuldigden. De wedstrijdleiding onderzocht het voorval, maar oordeelde uiteindelijk dat het om een race-incident ging. Daarmee werd Schumacher de eerste wereldkampioen die onder de Duitse vlag reed, en met zijn 25 jaar een van de jongste kampioenen ooit.
Vooral in Groot-Brittannië was er grote consternatie over de beslissing. De actie van Schumacher werd door de BBC zelfs genomineerd in de zoektocht naar het meest onsportieve moment aller tijden. Ook Williams' technisch directeur Patrick Head was ervan overtuigd dat de manoeuvre van Schumacher opzettelijk was. Toch besloot het team geen officieel protest in te dienen, mede uit respect voor Ayrton Senna en het feit dat Schumacher zijn wereldtitel opdroeg aan de in Imola verongelukte kampioen.
Drie jaar later ging het echter opnieuw mis. Tijdens de beslissende Grand Prix van 1997 op het circuit van Jerez reed Schumacher wederom tegen zijn titelrivaal aan, ditmaal Jacques Villeneuve. De Canadees kon zijn weg vervolgen en pakte de wereldtitel, terwijl Schumacher uit de volledige WK-stand werd geschrapt. Zijn wereldtitel van 1994 zal hij altijd behouden, maar wel met een zwart randje.
Meest gelezen
In dit artikel













Praat mee!