F1-kampioen uit seizoen geschrapt na controversiële straf van FIA - terugblik

Tijdens de Grand Prix van Europa 1997 op Jerez stond alles op het spel. Michael Schumacher arriveerde in Spanje met één punt voorsprong op Villeneuve. De titelstrijd tussen Ferrari en Williams zou beslist worden in één race.

Na zestien intense Grands Prix kwam het kampioenschap neer op dat ene moment, op 26 oktober 1997. In ronde 48, nadat beide titelkandidaten hun pitstop hadden gemaakt, waagde Villeneuve een gewaagde inhaalactie bij de Dry Sack-bocht. Met versere banden en meer snelheid dook hij aan de binnenkant. Schumacher koos niet voor verdedigen of wijken, maar stuurde in, met desastreuze gevolgen.

De Ferrari-coureur raakte de Williams, schoof rechtdoor de grindbak in en zag zijn titel letterlijk in het zand verdwijnen. Villeneuve hield zijn gehavende auto op de baan en finishte als derde, genoeg om zijn eerste en enige wereldtitel veilig te stellen.

Aanvankelijk bestempelden de stewards het incident als een ‘race-incident’, zonder straf voor Schumacher. Toch wezen tv-herhalingen op een bewuste poging om zijn rivaal uit te schakelen, een echo van zijn beruchte aanvaring met Damon Hill in Adelaide in 1994.

Twee weken later boog de FIA World Council zich opnieuw over de zaak. FIA-president Max Mosley erkende de ernst van het incident: "Het was een instinctieve reactie. Als we dachten dat het was voorbedacht, zou de straf veel zwaarder zijn geweest."

De FIA concludeerde dat Schumacher bewust handelde, maar niet met 'kwaad opzet of voorbedachte rade'. Toch volgde een historisch oordeel: op 11 november 1997, vandaag 28 jaar geleden, werd Schumacher uitgesloten van het WK 1997. Zijn tweede plaats werd geschrapt, hoewel zijn overwinningen en punten statistisch behouden bleven.

Nog nooit eerder was een coureur achteraf volledig uit de eindstand verwijderd om één incident. De sanctie was ongekend, en zelfs in Duitsland klonk ongeloof. Het dagblad Bild noemde het oordeel 'krankzinnig'.

In plaats van een schorsing of geldboete moest Schumacher in 1998 zeven dagen meewerken aan een verkeersveiligheidscampagne. De FIA wilde zo een maatschappelijke boodschap koppelen aan de straf, zonder de sport verder te schaden.

Door Schumachers diskwalificatie schoof Heinz-Harald Frentzen op naar de tweede plaats, waarmee Williams een één-twee behaalde in het kampioenschap. Ferrari eindigde als tweede bij de constructeurs, 21 punten achter Williams.

De botsing in Jerez verstevigde Schumachers reputatie als coureur die, wanneer de titel op het spel stond, tot het uiterste ging. Voor Villeneuve betekende het echter niet alleen zijn eerste wereldtitel, maar ook de officiële erkenning dat hij de strijd had gewonnen.