Verstappen wijst verschil én overeenkomst aan tussen twee racewerelden

Max Verstappen heeft, naast de Formule 1, nog een andere grote passie: simracen. Beide zaken vallen enigszins in dezelfde categorie, want bij beide gevallen komt immers een stuur en een gaspedaal kijken. Ook Verstappen beaamt dat er wel wat overeenkomsten zijn tussen het 'echte' racen en simracen, al benadrukt de Nederlander ook dat er wel degelijk verschillen zijn.

In een Q&A voorafgaand aan zijn stint tijdens de virtuele 24 uur van Daytona gaat Verstappen in op de overeenkomsten én verschillen tussen de echte racewereld en de wereld van het simracen. "Het grootste verschil is natuurlijk de g-krachten, die je in de echte auto wel hebt bij het remmen, versnellen en in de bochten. Dat voel je in een simulator niet. Ik rijd thuis op een statische sim, omdat de motion sims langzamer zijn."

Als echte ervaringsdeskundige kan Verstappen echter wel stellen dat simulatoren steeds beter worden in het nabootsen van de realiteit. "Maar als je het enigszins wilt nabootsen hoe het in het echt is, neem je een motion sim platform. De grootste overeenkomst is hoe je aan de afstelling van de auto en strategieën werkt. Voor mij komt het voor 90 tot 95 procent overeen.”