Boven de Formule 1 hangen, ingegeven door de coronacrisis, een heleboel vraagtekens. De grootste heeft te maken met de vraag hoeveel teams we overhouden op het moment dat het virus is uitgebannen en in de jaren erna. Want na de grote financiële verliezen volgen flinke investeringen op het moment dat de nieuwe bolides voor 2022 ontwikkeld moeten worden. Ja, die uitgaven worden (deels) beperkt door een budgetlimiet, maar die ligt alsnog hoger dan sommige van de kleinere teams te besteden hebben. Christian Horner, die sowieso graag ziet dat de nieuwe regels worden uitgesteld tot 2023, heeft nog een andere manier in gedachte om de kleine teams te laten overleven. "De drie topteams leveren op dit moment onderdelen aan enkele kleinere teams", legt Horner uit in de vodcast van Sky Sports F1 . Dat maakt dat die topteams meer kwijt zijn aan research and development , maar ook dat de kleinere teams alsnog moeten investeren in de ontwikkeling van onderdelen die ze niet in kunnen kopen bij de topteams. Horner trekt het principe van het inkopen van onderdelen wat verder door. "Als we dat principe in het extreme trekken, dan zouden we aan het eind van het seizoen een complete auto kunnen verkopen aan de kleinere teams. Zo kunnen zij voortbestaan als Formule 1-team en verder alle andere ontwikkelingskosten overboord gooien. Ik zou daar voor een periode van zo'n één tot twee jaar geen enkel probleem mee hebben." "Dat is voor die teams de snelste manier om competitief te zijn, voor een relatief lage prijs", vervolgt Horner, die gezien de huidige samenwerkingsverbanden inziet dat Renault en McLaren een beetje buiten de boot vallen: "Het is nu eenmaal niet mogelijk om met compromissen alle teams tevreden te stellen", aldus Horner, die met zijn plan vooral de allerkleinste teams tegemoet denkt te kunnen komen.
Meest gelezen