Renault-medewerkers delen eis van '100 miljoen' tijdens protest op Monza

Iets meer dan 100 werknemers van de motorafdeling van Renault zijn per bus naar Monza afgereisd om te protesteren tegen een aangekondigd plan van Alpine. Het team wil het motorproject voor 2026 stopzetten en een klantenteam worden, maar stuit op een felle reactie vanuit de fabriek in Viry-Châtillon. Na een brandbrief is het nu tot een protest in Italië en een staking in de fabriek gekomen. Clément Gamberoni, teamleider voor het ontwerp van verschillende onderdelen, reageert tegenover RacingNews365.

"Als je Viry tot leven wil brengen, moet de Formule 1 in Viry blijven", stelt Gamberoni. "Viry heeft veel waarde dankzij de Formule 1. Het is de ruggengraat van Viry-Châtillon. We kunnen aan alles werken en zijn nergens tegen. Als ons topmanagement nieuwe projecten voor ons organiseert, vinden we het prima om daarin mee te gaan, maar we vinden dat de Formule 1 er moet zijn."

De aankondiging van het plan viel zwaar, deelt Gamberoni. "Het is echt moeilijk voor een competitief iemand als je te horen krijgt dat dit het beste besluit is. Alle mensen in Viry namen dat zwaar op tijdens de zomerstop. We gingen allemaal op vakantie om te kalmeren en nu bereiden we deze acties voor omdat we het gevoel hebben dat we niet genoeg gehoord worden als werknemers van Alpine en Viry. We denken dat het motorproject voor 2026 een goed project is, omdat we data hebben. We hebben de motor draaien op de testbank en zeggen niet: 'oké, volgend jaar doen we het beter'. We denken echt dat we in een belangrijke speler zijn qua motor, met ook het chassis uit Enstone."

100 miljoen

Het doel van het protest? Een gesprek met Luca de Meo, de CEO van Renault. "We kunnen dit met (voormalig Alpine-teambaas red.) Bruno Famin bespreken, maar we voeren een discussies met de echte stakeholders, zoals De Meo, onze baas. We willen argumenten delen met Luca, zodat hij er misschien anders naar gaat kijken en niet voor een risicoloze motor, Mercedes of wat dan ook, gaat. Het is nodig om meer risico te nemen en dan misschien een betere motor te hebben als een fabrieksteam. We werken al anderhalf jaar, misschien wel twee jaar, samen aan de motor om de integratie te optimaliseren. Het gaat niet alleen om vermogen, maar ook om integratie. Dat gaat over waar je de batterij en elektromotor plaatst."

En dat is heel belangrijk, claimt Gamberoni. "Het is heel belangrijk om een goed pakket te hebben en dat kan niet als klantenteam. Het ligt nu in de handen van ons management om op ons te antwoorden en te horen wat wij te zeggen hebben. We leggen de bal bij hen we wachten op een antwoord om te zien wat we nu gaan doen. We willen nieuwe argumenten naar het management brengen en niet tegen hen zijn. We willen samen naar oplossingen zoeken. Er is ons verteld dat het een financiële beslissing betreft, maar wij willen laten zien dat er misschien een betere financiële beslissing ligt dan kiezen voor een andere motor. We denken dat het qua competitiviteit beter is om een fabrieksteam te hebben met een zeer nauwe samenwerking tussen Groot-Brittannië en Frankrijk, tussen Enstone en Viry. We denken dat onze uitleg het waard is om honderd miljoen meer uit te geven voor de motor."