Het is zaterdag 8 mei 1982 een mooie lentedag als om één uur op het circuit van Zolder het kwalificatie-uurtje losbarst. De regenbuien van de vroege ochtend zijn verdwenen. Er hangt alleen nog wat bewolking. Geen zorgen om de poleposition, die komt hoe dan ook wel bij één van de Renaults terecht. Alain Prost en René Arnoux zijn, als het de eerste startrij aangaat, niet te stoppen. De tweede startrij, ja, die zou een gemakkelijke prooi voor de Ferrari’s moeten worden. Maar: in welke volgorde? Met nog een klein kwartier te gaan is Didier Pironi de snelste van de twee Ferrari-coureurs. Hij heeft een tijd van 1:16.501 achter zijn naam staan, een fractie sneller dan Villeneuve met 1:16.616. Als de minuten richting de klok van twee uur wegtikken, gaan meer en meer coureurs nog een keer de baan op. Onder hen de Duitser Jochen Mass, na een seizoen afwezigheid weer terug in de Formule 1, achter het stuur van een door Rothmans gesponsorde March. Met minder dan tien minuten te gaan rijdt Villeneuve de baan weer op, op zijn laatste setje kwalificatiebanden. De Canadees heeft zijn snelste tijd dan al gereden, maar toch wil hij nog een poging wagen. Het doel is vooral zijn gehate teamgenoot Didier Pironi te verslaan, koste wat het kost. Als hij over start/finish dendert, houdt Ferrari-teammanager Mauro Forghieri Villeneuve een pitbord voor. ‘In’ staat er op. “Ik wilde hem naar binnen halen, omdat zijn banden op waren”, zegt Forghieri. “Hij had al drie snelle ronden gereden en zat dicht bij de snelste tijd van Pironi. Ik weet zeker dat hij moet hebben geweten dat hij niet meer sneller kon.”
Villeneuve gaat ondanks het signaal uit de pit voluit verder. Hij raast door de chicane en gaat – ‘gevangen’ door de regie van de Belgische televisie – richting heuvel en dan naar de Terlamenbocht. Villeneuve gaat met meer dan 250 kilometer per uur over de heuvel en nadert de knik naar links, en de Terlamenbocht. Voor hem rijdt de March van Jochen Mass, die dit weekend zijn honderdste Grand Prix zal rijden. De Duitse herintreder rijdt in de vijfde versnelling, maar omdat hij zijn banden laat afkoelen na een snelle ronde, is hij vele malen langzamer dan de aanstormende Ferrari. Mass staat te boek als een heer achter het stuur, die doorgaans goed in zijn spiegels kijkt. “Ik zie Gilles in mijn spiegels naderen en verwachtte dat hij mij aan de linkerkant zou passeren”, zegt de veteraan. “Ik stuur naar rechts en kan het nauwelijks geloven als ik hem even later boven mij zie. Hij raakt mijn rechter achterwiel, schiet over het rechter voorwiel en wordt in de lucht gelanceerd.” Het ongeluk ziet er buitengewoon dramatisch uit. De Ferrari schiet meters de lucht in zonder snelheid te verliezen en duikt vervolgens met een vernietigende kracht met de neus op het asfalt. Daarbij wordt de voorzijde van de auto in de cockpit gedrukt. Daarna katapulteert de Ferrari opnieuw de lucht in en na een buiteling door het gras – waarbij de Ferrari doormidden breekt – schiet de auto rakelings langs Mass, om vervolgens in de Terlamenbocht tot stilstand te komen. Villeneuve belandt met stoel en stuurwiel in de vanghekken aan de buitenzijde van de Terlamenbocht, precies voor de neuzen van twee verbijsterde baanposten. Villeneuve komt daarbij heel ongelukkig met zijn onbeschermde hoofd tegen een paaltje aan. De helm is dan al afgerukt en rolt meters verder. Binnen 35 seconden past een Belgische arts bij Villeneuve hartmassage toe, terwijl de wedstrijdleiding de rode vlag uithangt. De sessie wordt stilgelegd. Professor Sid Watkins wordt door de Belgische starter Roland de Bruynseraede naar de plaats van het ongeval gereden. Daar ziet Watkins direct dat de toestand van Villeneuve kritiek is. Onderdelen van de Ferrari liggen over tientallen meters verspreid, aan het wrak zit nog één rechter achterwiel, de cockpit waarin Villeneuve zijn rijkunsten vertoonde, is volkomen verdwenen. Marshals komen met doeken op de proppen om Villeneuve enigszins uit het zicht te houden. Ze raken geïrriteerd als publiek achter de hekken naar de plek des onheils stroomt. Feitelijk is Villeneuve op dat moment nog in leven, maar heeft hij geen schijn van kans te overleven. Zijn lichaam is vol kneuzingen en breuken. Cruciaal zijn de verwondingen aan de hersenstam. Villeneuve is in feite hersendood. De Canadees wordt op een brandcard afgevoerd, terwijl professor Sid Watkins hoofd en nek van de coureur in balans houdt. Elf minuten na de klap wordt Villeneuve per helikopter afgevoerd naar het Universiteitsziekenhuis in Leuven.
In de pit heerst ontreddering. Coureurs als Alain Prost huilen openlijk: “Ik heb geen zin meer om te racen. Gilles was mijn vriend.” De resterende acht minuten van de kwalificatie worden nog afgemaakt, en zowaar kunnen zes coureurs nog de moed opbrengen de baan op te gaan. Maar niemand die zijn tijd nog verbetert. Ferrari pakt in en trekt het team voor de race op zondag terug. Letterlijk alles wordt ingepakt, ook de brokstukken die bij Ferrari nummer 27 horen. Op het moment van het ongeluk is Gilles echtgenote Joann Villeneuve in hun woning in Monaco druk in de weer in de keuken. Ze bakt koekjes, voor het feestje rond dochter Melanies eerste communie. Jody Scheckter, teamgenoot van Villeneuve bij Ferrari in 1979 en ’80 en dik bevriend met de Canadezen, woont enkele huizen verderop. De gestopte wereldkampioen wordt vanuit België gebeld en op de hoogste gesteld van het drama. Scheckter gaat linea recta naar Joann Villeneuve en vertelt haar zo goed en zo kwaad als het kan van de gebeurtenissen in België. “Vanaf dat moment veranderde het huis in chaos”, herinnert de Zuid-Afrikaan zich. Het ziekenhuis in Leuven maakt intussen röntgenfoto’s van de zwaargewonde coureur. Op de films is te zien dat een nekwervel is gebroken, op de plaats waar de ruggengraat overgaat in de schedelbasis. Een fatale verwonding.
Professor Watkins geeft het slechte nieuws direct telefonisch door aan Joann Villeneuve en Jody Scheckter, die nog in Monaco zijn. Omdat de Zuid-Afrikaan nog kampt met de naweeën van een herniaoperatie, reist diens vrouw Pam Scheckter met Joann naar België. De Canadese dreigt volledig in te storten en krijgt kalmerende tabletten die eigenlijk voor Jody Scheckter zijn bestemd. Villeneuve wordt met een machine kunstmatig in leven gehouden. Joann Villeneuve en Pam Scheckter komen zeven uur ’s avonds in het Leuvense ziekenhuis aan, waarna Joann lange gesprekken voert met professor Sid Watkins en behandelend professor De Loos. Ze vertellen Joann dat haar man niet meer te redden is. Diverse specialisten verspreid over de wereld worden nog gebeld. Maar de conclusie is eensluidend: zet de machines maar uit. En dat gebeurt. Om precies 21.12 uur blaast Gilles Villeneuve de laatste adem uit. Woensdag 12 mei 1982 wordt Villeneuve in zijn oude woonplaats Berthierville in de Canadese provincie Quebec begraven. Er komen negenhonderd belangstellenden, onder wie de Canadese premier Trudeau. Merkwaardigerwijs komt er naast Jody Scheckter slechts een coureur opdagen: Jacques Laffite. De overige collega’s kunnen de emoties kennelijk niet aan. In 1984, twee jaar later, wordt voor de laatste keer de Grand Prix van België op het circuit van Zolder verreden. Bij de ingang van de pit is een monument geplaatst, ter nagedachtenis aan Gilles Villeneuve. Toeval of niet: de race wordt gewonnen door de Italiaan Michele Alboreto, in een Ferrari met startnummer 27.
Meest gelezen