Sluit je aan bij De grootste racefamilie van Nederland

Ontdek welk pakket bij jou past

  • Altijd meepraten over de Formule 1
  • Kans maken op toffe prijzen
  • Advertentievrije site * (Plus & Premium)
  • Toegang tot de exclusieve RN365 app (Plus & Premium)
  • En nog veel meer…
* m.u.v. content van derden
Ontdek de mogelijkheden

Hoe Alpine uiteindelijk de aanval op Red Bull en co. wil openen

Red Bull is op dit moment het te kloppen team, samen met Ferrari, Mercedes en mogelijk Aston Martin. Alpine wil zich de komende jaren mengen in die strijd. Programma 'Mountain Climber' is op de achtergrond in volle gang. CEO Laurent Rossi legt uit hoe Alpine de top wil bereiken.

In 2016 keerde Renault terug in de sport, nadat men eind 2011 als constructeur de sport had verlaten. Als motorleverancier bleef men in die tussenperiode nog wel actief, maar inmiddels is de autofabrikant dus al weer zeven jaar als fabrieksteam terug aanwezig in de Formule 1. Toen men terugkwam waren er grootse plannen om binnen enkele jaren weer terug aan de top te zijn, maar zeven seizoenen later is dat nog steeds niet het geval. Inmiddels is er een nieuw plan opgesteld, waarmee men over een jaar of twee à drie mee wil draaien in de top van de Formule 1.

Enorm gat

In de Beyond the Grid podcast van de Formule 1 vertelt CEO Laurent Rossi van Alpine - sinds 2021 de naam van het team, vernoemd naar de sportieve autodivisie van Renault - hoe zijn team de top wil bestormen. Of ja, bestormen? Beter gezegd: hoe men stap voor stap terug aan de top wil komen. "Twee jaar geleden zei ik dat we bezig waren met een reis van 100 races", zo trapt hij af. "Daar blijf ik bij. Het duurt even voordat het schip is gekeerd en op het niveau van Mercedes, of tegenwoordig eigenlijk Red Bull, is. Alle teams hebben er drie, vier, vijf jaar over gedaan, Ferrari zelfs langer, om terug op het podium te komen." "Wij zijn begonnen aan deze reis, hopelijk. De eerste twee jaar van dat vier- of vijfjarenplan zijn goed verlopen, naar onze verwachtingen. In 2021 zijn we vijfde gefinisht, vorig jaar vierde. Het is dan ook niet meer dan logisch dat we nu naar de podiumplekken kijken, maar we realiseren ons dat het gat groot is." "2023 is een zeer belangrijk jaar, want we moeten dichter bij de jongens aan de top komen. Idealiter verslaan we ze, iedereen moet een ultiem doel hebben, maar het minimale is de vierde plek en het gat naar de derde plek in het proces verkleinen. Dat gat is heel groot. Drie keer groter dan het totaal aantal punten dat we vorig jaar hebben gescoord, dus dat is echt heel groot."

Bergbeklimmen

Tijdens de eerste GP van het jaar was het duidelijk dat het gat nog steeds niet gedicht is. Alpine behaalde zowel in de race als de kwalificatie een negende plek als beste resultaat, maar dat moet beter, weet ook Rossi. "Om dat gat te kunnen dichten, en er is geen andere mogelijkheid, moet je zo nu en dan op het podium staan. Met alleen vijfde, zesde, zevende plekken kom je er niet. Dat zijn echter wel goede prestaties, want twee jaar geleden konden we nauwelijks vechten om de punten, dus we hebben enorm veel progressie geboekt." "Nu is het echter net alsof je een berg beklimt. Elke keer kom je hoger, wordt het iets lastiger ademhalen en is het lastiger om het pad te bewandelen. We zijn er nu echter en moeten ook doorgaan op de weg die we zijn ingeslagen."

Investeringen

Om die definitieve stap richting de top te zetten, is Alpine op dit moment flink aan het investeren in het team en de fabrieken. Rossi legt uit. "We zijn er nog niet. Het duurt nog even, maar door het budgetplafond komt het veld al dichter op elkaar." "Tegelijkertijd hadden de topteams een voorsprong van twintig jaar aan investeringen, dus dat gat dicht je niet zo snel. Dat proberen we wel, we zijn hevig aan het investeren, in alle faciliteiten, middelen en het gereedschap, maar ook in de mensen. We bevinden ons op een pad en komen dichter- en dichterbij de structuur van een topteam, iets dat we eerst niet hadden." "Een van de grote dingen die we dit jaar bijvoorbeeld hebben geïntroduceerd, is een testbank waarop we ons chassis en onze motor samen kunnen laten draaien. Daardoor ontdek je 70% van de problemen waar je anders pas op de baan tegenaan zou lopen." "Elk jaar opnieuw was het indrukwekkend om te zien hoe de drie topteams meteen op de eerste testdag, boem, veertig ronden achter elkaar konden rijden, terwijl de andere teams eerst allemaal kinderziektes moesten verhelpen." "Sinds dit jaar hebben wij die faciliteiten echter ook, dus toen we in Bahrein aankwamen wisten we dat we ons eigen programma af konden werken zonder ons grote zorgen te hoeven maken over problemen. Dat is een groot verschil."

Mountain Climber

Alleen die investering op zich kostte al ongeveer een miljoen, zo vertelt de CEO. Het maakt allemaal onderdeel uit van het programma Mountain Climber, oftewel bergbeklimmer. "Het was een grote investering, in de buurt van een miljoen of meer, maar het is wel een belangrijke investering. Elke keer heb ik het over proberen, maar eigenlijk bedoel ik niet dat we het proberen: we doen het gewoon." "We hebben een programma dat we na een jaar lang analyseren hebben opgesteld, genaamd programma Mountain Climber, waarvan het doel is om het gat richting de besten te dichten. Om te winnen moet je namelijk op alle vlakken een maatstaf en op sommige vlakken de beste zijn." "Dat zijn we aan het doen: we hebben een programma met investeringen, het aantrekken van mensen, het herzien van de organisatie, allemaal om dat doel te bewerkstelligen. We zijn on our way ."

Budgetplafond helpt

Toen Renault in 2016 weer terugkeerde in de sport, ging het verder waar het Lotus-team was gebleven. Dat team had in de jaren daarvoor echter weinig tot niets geïnvesteerd in de faciliteiten, waardoor de Franse renstal hopeloos achter de feiten aanliep. Heeft men dat onderschat? "Ik denk niet dat het is onderschat", antwoordt Rossi desgevraagd. "Maar het was toen als autofabrikant niet mogelijk om zoveel te investeren als de andere teams. Ik was toen nog niet bij het team, maar ik kan het me niet voorstellen dat het voor een groep als Renault mogelijk was om zeven-, acht-, negenhonderd miljoen of misschien wel een miljard per jaar te investeren, zoals de topteams soms wel eens deden." "Dat is drie of misschien wel vier keer zoveel als wat je tegenwoordig als team jaarlijks uitgeeft, zeker nu in combinatie met het budgetplafond. Dat soort bedragen konden we ons toen niet veroorloven, want we zijn als Renault Group verantwoordelijk voor 140.000 werknemers, dus we kunnen niet te veel geld uitgeven, hun banen riskeren en de autobusiness in gevaar brengen. Dat is namelijk de business die ervoor zorgt dat het F1-project betaald kan worden. Dat mogen we niet vergeten." "Daarom kan je niet al die banen en levens van zoveel mensen op het spel zetten, alleen maar om competitief te zijn in de sport. Dat was niet slim om te doen, maar nu zijn we in een tijdperk aanbeland waar we met dezelfde hoeveelheid geld mee kunnen doen. Natuurlijk moeten we nog steeds een inhaalslag maken, maar dat kunnen we geleidelijk doen", zo klinkt hij zelfverzekerd.

Viaplay
x
Breaking FIA verwerpt protest Aston Martin