Hoe het Mercedes Formule 1-team met het budgetplafond is omgesprongen

In Groot-Brittannië, waar zeven van de tien Formule 1-teams gevestigd zijn, moeten bedrijven voor 30 september van het daaropvolgende jaar hun financiële jaarrapporten inleveren. Als je geïnteresseerd ben in de economie der Formule 1, dan is dit een goede periode om op onderzoek uit te gaan.

Of het nou wel of niet zo bedoeld is, valt die deadline ongeveer samen met de uitspraken van de FIA over de financiële cijfers van de teams van vorig jaar. Eerst zou de deadline eind juni zijn, maar deze werd uitgesteld omdat er veel meer tijd nodig bleek te zijn om alle financiële zaken door te spitten.

2021 was namelijk het eerste seizoen met een budgetplafond, dus dit is de eerste keer dat de financiële cijfers van de teams in detail worden onderzocht. Het is interessant om nu te kijken naar hoe de cijfers zich vergelijken met de periode voor het budgetplafond.

Dikke winst voor Mercedes

Het eerste team wiens cijfers naar buiten zijn gekomen, is Mercedes. Het is interessant om deze cijfers te bestuderen. In 2021 steeg de omzet van 355 miljoen pond (2020) naar 383 miljoen pond, terwijl het budgetplafond ervoor zorgde dat er ongeveer 50% minder werd besteed aan racegerelateerde uitgaven. Een kanttekening is wel dat 2020 vanwege corona een uitdagend jaar was, dus het is misschien beter om 2021 te vergelijken met 2019. In 2019 was de omzet 364 miljoen pond.

De kosten daalden van 324 miljoen pond (2020) naar 297 miljoen pond (2021), waardoor er een brutowinst van 86 miljoen pond ontstond, tegenover 30 miljoen in de vorige periode. Een stijging van 250%. Het is goed om te benadrukken dat verschillende kosten, zoals marketingkosten en reiskosten, buiten het budgetplafond vallen. Het budgetplafond is 145 miljoen dollar (omgerekend ongeveer 130 miljoen Britse pond).

Laten we deze nieuwe cijfers eens verder analyseren. In 2020 hield Mercedes 30 miljoen brutowinst over op een omzet van 355 miljoen. Een rendement van 8,45%. In 2021 was dit 86 miljoen brutowinst op 383 miljoen pond. Dat is een rendement van 22,5%. Een enorme stijging.

Personeel behouden door andere divisies op te richten

Waarom verdiende Mercedes in het eerste jaar van het budgetplafond zoveel meer als de intentie is om het budget juist deze jaren met vijf miljoen dollar per jaar af te laten nemen (naar 140 miljoen in 2022 en 135 miljoen vanaf 2023 en verder)? Simpel: in plaats van personeel te ontslaan, waarvan velen specialisten zijn met een onberispelijke, lange carrière, diversifiëren de teams zich in technische diensten en boeken ze personeel terug naar F1-projecten op 'als en wanneer'-basis.

Mercedes heeft de zogenoemde Applied Sciences-afdeling opgericht, dat bijvoorbeeld advies geeft aan het zeilteam van hoofdsponsor INEOS. Voormalig technisch directeur James Allison heeft bij dat project nu de leiding. Red Bull heeft in Advanced Technologies een equivalent en die afdeling ging recent bijvoorbeeld aan de slag met de hypercar RB17.

Ferrari bleef deels bij de F1 en richtte een afgeschermd adviesbureau op dat de auto's van Haas ontwerpt en in feite het ontwerpteam van de Amerikaanse renstal vormt, zij het gevestigd in Maranello met uitzicht op het testcircuit van de Italiaanse renstal.

Complexe loonlijsten

Wat vertellen de Mercedes-cijfers ons nog meer, behalve het feit dat de cijfertjes nog groener zijn dan eerst? De cijfers geven aan dat Formule 1-teams niet langer meer bodemloze putten zijn waar door de grote teams van de sport geld in wordt geschept. Nee, F1-projecten kunnen winstgevende entiteiten zijn. Mocht dat niet het geval zijn, dan hebben eigenaren en managers geen excuses meer.

"De nieuwe financiële reglementen die in 2021 zijn geïntroduceerd helpen de teams om onafhankelijk te zijn en er duurzame financiën op na te houden", zo schrijft Toto Wolff bij de financiële resultaten. "Door de regels hebben we significant veel moeite in de herstructurering van onze organisatie moeten stoppen, om er zo zeker van te zijn dat we helemaal aan de regels voldoen en op het circuit maximaal kunnen presteren. De positieve impact van de implementatie van de financiële reglementen is terug te zien in de verminderde kosten tijdens 2021."

Voorheen hadden de topteams tot 900 engineers in dienst voor het ontwikkelen van de twee bolides. Door het budgetplafond is dit aantal gezakt naar gemiddeld 650 engineers per topteam. In 2021 waren er 830 engineers in dienst bij Mercedes, tegenover 906 in 2020. Zo'n 180 (830 - 650) engineers werkten dus wel voor Mercedes, maar aan andere niet-F1-gerelateerde projecten. Het is echter niet zo simpel: tijd wordt in- en uitgeboekt, waardoor er nog meer complexiteit (en werk) ontstaat.

Meer HR-mensen en accountants

Daarbovenop wordt de workload van al het F1-personeel bijgehouden om ervoor te zorgen dat ze zich zo mogelijk op de juiste taken richten en niet te veel tijd verliezen aan administratieve zaken of HR-zaken. Als dat wel gebeurt, dan worden die uren bijvoorbeeld geboekt onder de noemer HR, dat niet onder het budgetplafond valt.

Teambaas Toto Wolff geeft in gesprek met RacingNews365 een voorbeeld over het wervingsproces van een engineer. "In het verleden zou een manager een kandidaat interviewen, waarna hij of zij alle formaliteiten aan HR over zou laten. Nu moet de manager eerst checken of we de persoon kunnen betalen binnen het budgetplafond, dat met HR overleggen, die het op hun beurt met onze financiële mensen overleggen."

"Als zij 'ja' zeggen, pas dan kunnen we de manager vijf dagen weg houden van zijn eigen werk voor sollicitatiegesprekken. Als het eenmaal zo ver is, dan is de ideale kandidaat soms al gevlogen... Bij dit soort dagelijkse activiteiten is het een constant gevecht met de budgetlimiet", zo legt Wolff uit. "Uiteindelijk betaalt het zich onder de streep toch wel uit", voegt hij er aan toe.

Door deze extra controles heeft Mercedes haar financiële afdeling en de HR-afdeling uit moeten breiden van 157 naar 173 mensen, maar omdat het non-raceactiviteiten zijn worden deze kosten niet meegenomen in de budgetlimiet. Het netto-effect is dat het aantal personeelsleden van 2020 naar 2021 zakte van 1063 naar 1004 (ongeveer 5%) en in het proces heeft Mercedes er een Applied Sciences divisie bijgekregen.

Minder prijzengeld

Er is echter nog een andere factor die een rol speelt: vanaf 2021 is de nieuwste Concorde Agreement van kracht, waarin alle commerciële afspraken tussen de FOM, de FIA en de Formule 1-teams staan opgesteld. Het is de eerste versie waar de handtekening van Liberty Media, sinds 2017 de commerciële rechtenhouder van de Formule 1, onder staat. Zij keren het prijzengeld uit aan de teams.

Onder deze commerciële deal, die van 2021 tot en met 2025 van kracht is, krijgen de top vijf teams een lager percentage van de prijzenpot dan eerst en krijgen ze minder bonussen, wat overigens wel deels gecompenseerd wordt door de toename van de prijzenpot. Dat gat dat daardoor ontstaat kan ruimschoots worden opgevuld door de afname in kosten, die groter is dan de afname in prijzengeld (gezegd wordt dat het prijzengeld voor de vijf topteams met ongeveer 15% is afgenomen).

De belangrijke vraag is: wat gebeurt er na de periode 2021-2025? Liberty Media is genoteerd op de beurs en zijn dus bezig met de aandelenkoersen en de aandeelhouders van het bedrijf. Je zou daarom kunnen zeggen dat elke beslissing die wordt genomen in de moderne Formule 1 gericht is op de aandeelhouders en niet op het sportieve spektakel.

Het is dan ook niet ondenkbaar dat Liberty, nadat de komende Concorde Agreement verloopt, de prijzenpot verder terugbrengt op basis van de kennis dat alle teams door de toegenomen populariteit van de Formule 1 aanzienlijk winstgevender zijn geworden en door de verminderde uitgaven als gevolg van de budgettaire beperkingen. Meer inkomsten en minder uitgaven betekent: meer welvaart.

"Iedereen probeert een business te runnen", vertelt Wolff als we dat scenario aan hem voorleggen. "Liberty runt een business, de teams runnen een business en zo wordt het (op dit moment) verdeeld. De Concorde Agreement geldt voor vijf seizoenen en ik twijfel er niet aan dat beide partijen tijdens de volgende onderhandelingen om meer zullen vragen. Dat zijn normale spanningen tussen de bedrijven."

Dat is echter allemaal voor de toekomst. De teams genieten momenteel van hun nieuwe verworven winstgevendheid, ook al kwamen daar wel wat administratieve kopzorgen bij kijken. Maar, zoals Wolff zei, dat was een kleine prijs om te betalen...