Na het stilvallen van de Mercedes van Valtteri Bottas achtte de wedstrijdleiding het nodig om een virtuele Safety Car-fase uit te roepen. De rijders moeten in zo'n geval veertig procent ten opzichte van hun vorige rondetijd inleveren, om aan te tonen dat ze een stuk langzamer rijden. Een voorbeeld: een ronde van één minuut en tien seconden moet opgevolgd worden door eentje die in minstens 1.38 wordt gereden. Omdat iedereen langzamer rijdt, is het ideaal om een pitstop te maken. Op volle snelheid zal de concurrentie voorbij razen, maar als deze tientallen seconden moet inleveren, doet het stilstaan in de pitstraat niet zoveel 'pijn' als onder normale omstandigheden. Dit was precies de reden waarom zowel Red Bull als Ferrari beide rijders binnen liet komen. De pitstop zelf duurde even lang als normaal, maar de concurrentie kon niet extreem ver uitlopen (Hamilton) of achterstand goedmaken (de Haasjes). Dat Hamilton verstek liet gaan in die pitstopserie tijdens de VSC, was een faliekante blunder. Mercedes-strateeg James Vowles was de eerste om dat toe te geven: de Brit bood een furieuze Hamilton over de boardradio zijn excuses aan, maar toen was het kwaad al geschied.
Hamilton, die zijn supersofts had ingeruild voor een setje van de softe compound, liep razendsnel tegen meer problemen aan. De linkerachterband van de Mercedes met startnummer 44 had het zwaar te verduren en was na slechts 27 rondjes al aan vervanging toe. Eenzelfde scenario had Ricciardo kort daarvoor getroffen: de Australiër rulde zijn set nieuwe softs binnen tijdsbestek van een aantal ronden op. Hoe kon het toch dat Verstappen en de Ferrari's geen problemen kenden, en Ricciardo en Hamilton wel? Voor wat betreft de Mercedes is het eenvoudig te verklaren. De W09 is een hork in het verkeer en Hamilton zat vast achter de Ferrari's. Aangezien de baantemperaturen op zondag een stuk hoger lagen dan op vrijdag en zaterdag – toen de softs nog de ideale compound leken – groeide een klein probleem voor Hamilton uit tot een grote. Voor Ricciardo gold hetzelfde: de Red Bull had te kampen met 'verstoorde' rijluchten, aangezien er een Ferrari voor hem reed. De banden moesten zo extra hard werken om verloren tijd goed te maken. Dit was iets waar Verstappen op zijn beurt geen last van had – de Nederlander reed immers in niemandsland, een aantal tellen voor de concurrentie. Bovendien was de 20-jarige, op weg naar zijn vierde GP-zege, een stuk zuiniger op zijn rubber. Verstappen was het toonbeeld voor wat betreft het sparen van de Pirelli's. Dat Ferrari geen problemen kende en bovendien 33 kostbare punten (Raikkonen werd tweede, Vettel derde) mee kon nemen uit Oostenrijk had te maken met een samenloop van goede omstandigheden. De SF71H van de Scuderia gaat een stuk relaxter om met haar banden dan dat bijvoorbeeld de Mercedes doet. De timing van beide pitstops (Vettel werd, zoals Red Bull bij Ricciardo en Verstappen deed, direct achter Raikkonen voorzien van een nieuw setje van het zwarte goud) was perfect en de uitvoering van de race ook. Had Vettel geen gridstraf gehad, dan was de racewinst vrij waarschijnlijk naar hem gegaan – en dan had Verstappen het behoorlijk wat lastiger gehad om zijn banden 'schoon' te houden.
Meest gelezen