Force India is in feite een afstammeling van het Jordan-team dat in 1991 haar debuut maakte. Die stal werd voor 2006 omgedoopt in Midland, in 2007 was het Spyker genaamd en voor 2008 veranderde het in Force India. Vijay Mallya was sinds de laatste naamswijziging eigenaar, samen met de Nederlander Michiel Mol. De Indiase zakenman Subrata Roy (eigenaar Sahara) kocht zich later in.
Ondanks dat Force India sinds 2008 zeer grote stappen heeft gezet en in zowel 2016 als 2017 bijzonder keurig als vierde eindigde in het constructeurskampioenschap, heeft het team chronisch geldtekort. Combineer dat met de louche praktijken van Roy (die inmiddels al een tijdje achter slot en grendel zit) en Mallya (die zich in Engeland schuilhoudt om uit de klauwen van het Indiase gerecht te blijven) en je hebt een penibele financiële situatie. Long story short: Force India stond geldtechnisch op omvallen. De enige manier om het zaakje te redden, was om het uit handen van Mallya en consorten te krijgen. Gerechtelijk kreeg het team het voorafgaand aan de Hongaarse Grand Prix benauwd – schuldeisers stonden al weken, zoniet maanden op deuren te bonzen en kregen nul op hun rekest. Om een vroegtijdig einde van het seizoen tegen te gaan werd nota bene coureur Sergio Pérez gevraagd om een getuigschrift aan te dragen zodat het team onder curatele werd gesteld. Pérez zou het team immers niet kopje onder willen laten gaan, dat zou hem zijn eigen plekje kosten. Zoals verwacht werd de stal, en met de stal haar vierhonderd werknemers, gered door vader Stroll. De Canadese miljardair troefde onder meer een door de vader van GP3-coureur Nikita Mazepin geleid consortium af en hield het team tevens uit handen van Michael Andretti – de Amerikaan had graag een F1-team willen leiden. Door de gigantische chaos die Mallya et al hadden achtergelaten kon team Stroll slechts de fysieke onderdelen overnemen – en dus niet al het papierwerk, waaronder de offciële Formule 1-inschrijving. Zodoende kwamen de nieuwe eigenaren in een bijzonder vreemde situatie terecht. Ze hadden wél wagens, maar geen toestemming om te racen. Om dit te omzeilen en het gevaar dat er zondag slechts achttien wagens aan de start zouden verschijnen te vermijden, werd op donderdag overgegaan tot spoedoverleg. Zaken waar teams al wekenlang over ruzieden werden in een aantal uren tijd opgelost.
Zo mag Force India, of hoe je het ‘nieuwe’ team ook wil noemen, haar prijzengeld behouden. Voor de som van het prijzengeld zijn voorgaande seizoenen belangrijk en aangezien Force India tweemaal achtereen vierde werd, hangt daar nog een tijdje een verdienmodel aan. Overige teams (lees: Williams, McLaren en Renault) hielden hun poot een tijdje stijf maar gingen overstag toen werd bepaald dat Force India haar punten van 2018 kwijt zou raken. Force India kon de inschrijving alleen bewaren als er een nieuw team werd ingeschreven – om verwarring te voorkomen heeft men ervoor gekozen om de naam Force India te behouden in de teamnaam. Boze tongen beweren dat dit een van de speerpunten van de tegenstanders was. Deze zouden namelijk bang zijn dat Mercedes van Force India haar B-team wil maken. Met de toevoeging Force India – en alle negatieve verhalen die aan die naam hangen – zou het merk met de ster nog eventjes haar handen van de equipe af willen houden. Zo staat er uiteindelijk ‘gewoon’ een tiende team aan de start in België, deze zal tot het einde van dit seizoen ‘Racing Point Force India’ heten. De naam Racing Point verdwijnt overigens na dit jaar, evenals de naam Force India. Conclusie: Force India is gered en heet nog steeds Force India, al zal het in de toekomst niet meer Force India heten. In het verleden behaalde resultaten blijven een garantie bieden voor de toekomst, behalve die in 2018 werden genoteerd. Snapt u het nog?
Meest gelezen
