Exclusief: F1 en FIA ontvangen revolutionair voorstel

De Formule 1 en de FIA hebben een opmerkelijk voorstel ontvangen dat is bedoeld om een nieuw team op de grid te krijgen, waarbij het geen effect heeft op de prijzenpot voor de huidige F1-teams. Deze stap komt nadat de FIA in oktober vorig jaar de toetreding van Andretti goedkeurde, maar de F1 het Amerikaanse team vier maanden later voorlopig alsnog afwees met het argument dat Andretti geen waarde aan de sport zou toevoegen.

Daarvoor klaagden de teams al over de mogelijkheid van de toevoeging van een elfde team aan het F1-veld. Ze waren vooral bang voor de gevolgen van de verdeling van de $1,25 miljard aan prijzengeld. Mocht Andretti toetreden, dan zouden ze aanzienlijk minder geld krijgen, waarbij een verdeling wordt gemaakt afhankelijk van hun positie in het constructeurskampioenschap.

Sindsdien hebben gesprekken plaatsgevonden tussen teameigenaar Michael Andretti en motorfabrikant General Motors en F1-baas Stefano Domenicali om de impasse te doorbreken. Een volgend gesprek zal plaatsvinden tijdens de Grand Prix van Miami dit weekend. Het valt echter nog maar te bezien of Andretti zijn wens in vervulling ziet gaan om in 2026 toe te treden tot de F1.

Voorstel voor het Concorde Agreement

RacingNews365 kan onthullen dat de F1 en de FIA zijn benaderd met een alternatieve oplossing met als doel het voorstel te verankeren in het volgende Concorde Agreement van 2026.

Het revolutionaire idee is het geesteskind van twee oude rotten in het vak, Tim Milne en Lewis Butler, die beiden vele jaren in de F1 hebben gewerkt bij verschillende teams. Milne speelde recent een rol in de Hitech- en LKYSUNZ-biedingen die werden afgewezen door de FIA, waarbij alleen het bod van Andretti werd goedgekeurd.

Het voorstel dat is ingediend bij de F1 en de FIA en is ingezien door RacingNews365, moet het mogelijk maken voor maximaal drie nieuwe teams om toe te treden tot de Formule 1. Cruciaal daarbij is dat ze dit niet doen als constructeurs en ze een hoofdkantoor hebben in een regio die momenteel niet wordt vertegenwoordigd door een F1-team: Amerika, Azië en Afrika/Oceanië.

In het voorstel gaat men uit van deze drie punten. Als niet-constructeur zou elk nieuw team geen constructeurskampioenschapspunten verzamelen, noch in aanmerking komen voor prijzengeld. Ze gaan racen in een voorgesteld minimum van 8 races op circuits waar 26 auto's kunnen worden ondergebracht, en er zouden teams gaan meerijden in een extra voorgesteld minimum van zes races om specifieke ontwikkeling te bevorderen voor hun thuismarkt.

Technisch gezien zou elk team dan alleen gebruikmaken van een serie goedgekeurde technische hulpmiddelen op een aantal belangrijke gebieden, waarbij het chassis wordt aangeleverd.

De teams zouden recht hebben op aanwezigheid in de paddock bij alle races om zo de capaciteit te vergroten en om inkomstenstromen te genereren. Ook zouden ze verplicht worden om inkomstenstromen uit nieuwe markten te ontwikkelen. De focus bij de nieuwe teams komt dan te liggen op onder meer werving, faciliteiten en infrastructuur, evenals prestaties op het circuit, terwijl het ontwerp van de auto en de technische functies in de loop van de tijd verder worden ontwikkeld.

Het doel is om een team de status van 'constructeur' te geven vanaf het begin van het vierde raceseizoen. In de eerste drie jaar zou een team moeten aantonen dat het genoeg inkomsten heeft gegenereerd binnen hun thuismarkt om de uitbreiding van het prijzengeld te dekken. Ook moet de betrokkenheid van de fans binnen hun thuismarkt zijn gegroeid om marktkansen voor iedereen te garanderen, samen met het vestigen van het hoofdkwartier, productiefaciliteiten en coureurs- en technische trainingsfaciliteiten binnen hun thuismarkt.

Cruciaal is dat het team op het circuit op een aanvaardbaar niveau moet presteren, gemeten naar een percentage afgelegde ronden tijdens races en naar een percentage rondetijden tijdens belangrijke sessies, waarbij halverwege het tweede raceseizoen een evaluatie wordt uitgevoerd.

Aanbod kan worden verfijnd

Milne geeft toe dat het voorstel aanzienlijk kan worden verfijnd als de F1 en de FIA bereid zijn om met elkaar in gesprek te gaan. Na te hebben gezien wat er vorig jaar gebeurde met de 'Expressions of Interest'-procedure van de FIA, is Milne van mening dat wat is voorgesteld door Andretti de moeite waard is om in overweging te nemen.

"Toen Andretti in januari werd afgewezen, nam ik een stap terug en keek ik naar wat dat echt betekende, namelijk dat de FIA en het Formule 1-management in feite hadden geconcludeerd dat het niet mogelijk was om een Formule 1-team te starten en te bereiken wat ze wilden bereiken in een tijdsbestek van drie jaar", zegt Milne, die in 2003 begon in de F1 bij Renault als aerodynamicus voordat hij bij onder meer Toyota, Super Aguri, Lotus/Caterham en Manor ging werken.

"We hadden Andretti, een van de bekendste motorsportmerken ter wereld, gesteund door General Motors, dat niet kon toetreden tot de F1. We hadden LKYSUNZ, met anderhalf miljard dollar van een grote financiële instelling en een driejarenplan om de sport in Zuidoost-Azië te laten groeien, maar dat was niet genoeg. En dan had je nog twee gevestigde teams in de lagere klasse, Hitech en Rodin-Carlin, die hun activiteiten vanuit de lagere categorieën wilden uitbreiden naar de Formule 1 en geen van deze biedingen werd goed genoeg bevonden om deel te nemen aan de Formule 1."

"Dat zei voor mij echt dat het fundamenteel niet mogelijk is om een Formule 1-team te starten vanaf het prille begin en binnen drie jaar op de grid te staan. Het leek me onlogisch dat de sport deze geweldige merken de rug toekeerde, net als de enorme bedragen die hiervoor beschikbaar waren. Onlogisch dat er geen manier was waarop de Formule 1 die investering kon omarmen en dit kon gebruiken als een kans om de sport te laten evolueren. Ik had het gevoel dat er een manier moest zijn om dit te doen."

Verwateren van de prijzenpot

Milne geeft toe dat hij de logica kan begrijpen waarom Andretti werd afgewezen en waarom de teams klaagden nadat ze hun vermogen in een paar jaar tijd zagen groeien van bijna niets naar bijna een miljard dollar. Hij gelooft echter dat dit geen reden is om de sport te laten stoppen met evolueren en houdt vol dat het voor een niet-constructeursteam mogelijk is om drie jaar lang te overleven zonder ook maar één cent van de F1 te ontvangen.

Milne's theorie draait om het feit dat het geld dat een nieuw team moet betalen aan de bestaande teams een vorm van compensatie is voor het verwateren van de prijzenpot. In het nieuwe Concorde Agreement wordt dat bedrag verhoogd van $200 miljoen naar $600 miljoen.

"Als je je omdraait en zegt dat een investeerder om een nieuw team te beginnen 600 miljoen dollar moet betalen, voordat ze ook maar een cent uitgeven aan werving, technisch ontwerpwerk, de hele infrastructuur, de fabriek en al het andere dat je nodig hebt om een competitief Formule 1-team te zijn, dan leek het me dat je dat beter moet kunnen investeren", zegt Milne.

"Als je in plaats daarvan zou zeggen: 'Oké, betaal die 600 miljoen dollar niet, maar kom racen en haal niets uit de pot, dan zou het me verbazen als een van de nieuwe teams daar bezwaar tegen zou hebben. Dus in plaats van 600 miljoen dollar te eisen, moet je het nieuwe team dat geld laten investeren in wat de sport kan helpen zich te ontwikkelen. De sport moet dan beslissen wat dat zou kunnen zijn."

"Een nieuw team wordt pas constructeur als het heeft aangetoond dat het een toegevoegde waarde heeft voor de sport en dat alle teams beter af zijn door de aanwezigheid van dat nieuwe team. We moeten een strategie kunnen vinden waar iedereen baat bij heeft."

Competitief zijn

Vanuit een technisch perspectief lijkt het moeilijk voor een team om zich te ontwikkelen met een beperkt engineeringmodel, gezien het chassis en de engineeringsmiddelen die het team in eerste instantie tot zijn beschikking heeft.

Maar Milne zegt: "Het gaat erom dat de teams zich concentreren op de prioriteiten als het gaat om de prestaties van de auto. Een van de dingen die FOM zei, is dat ze niet geloofden dat Andretti in de Formule 1 kon komen en competitief kon zijn. Wat wij zeggen is, laat het nieuwe team zich concentreren op de kernprestaties van de coureurs. Aerodynamica, voertuigdynamica, inzicht in de banden, terwijl ze daarnaast groeien om de resterende technische competenties op het niveau te krijgen dat vereist is voor Formule 1."

Milne benadrukt dat het voorstel geen blauwdruk is voor de Concorde Agreement van 2026, maar een platform voor mogelijke creatieve discussies met de F1 en de FIA. "Laten we als sport een evaluatie houden over het proces dat iedereen vorig jaar heeft doorlopen en laten we eens nadenken of er een betere manier is om het te doen, of er een betere manier is om nieuwe teams in de sport te brengen."

"Dit is het misschien niet. Maar zoals ik al zei, voor mij voelt het alsof er ergens een oplossing moet zijn. Als je groepen mensen hebt met meer dan een miljard dollar die naar de sport willen komen, dan moeten we een manier kunnen vinden die voor iedereen gunstig is."