In Formule 1 draait een heleboel om aerodynamica. Geen enkele andere raceklasse kan tippen aan de mate waarin moderne Formule 1-auto's neerwaartse kracht genereren. Hoe meer neerwaartse kracht een auto genereert, hoe harder deze op het asfalt wordt gedrukt, met meer grip tot gevolg. De lucht die in aanraking komt met de aerodynamische onderdelen van de auto, moet ergens heen. Die lucht volgt de complexe lijnen van een Formule 1-bolide en wordt feitelijk in de lucht achter de auto verstrooid. Via de achtervleugel wordt die lucht bijvoorbeeld omhoog geworpen, waardoor een luchtvacuüm direct achter de auto ontstaat. Als daar een auto direct achter rijdt, kan hij geen beroep meer doen op diezelfde lucht voor neerwaartse kracht. De downforce neemt af naarmate een auto dichter achter zijn voorganger zit. Dat heeft op de rechte stukken een positief effect, namelijk de bekende slipstream, maar in de bochten is dat funest. Een moderne F1-auto produceert immers zoveel downforce, dat je in de bochten gewoon niet meer wegkomt met een fractie daarvan. Niet zonder je voorganger aan de horizon te zien verdwijnen, althans. Het woord 'dirty air' heeft dan ook niet zozeer met viezigheid te maken, als wel met verstoorde lucht. Lucht die in een rechte horizontale beweging op een Formule 1-auto afkomt met het gewenste aerodynamische effect, noemen we 'clean air', ofwel schone lucht. Lucht die via een voorganger verstoord wordt en dus niet meer datzelfde effect op de achteropkomende partij heeft, noemen we 'dirty air', ofwel schone lucht. De nieuwe Formule 1-auto's die in 2022 hun intrede zullen gaan doen moeten minder dirty air veroorzaken, wat close racing moet bevorderingen. Op papier moeten we meer inhaalacties gaan zien, maar omdat de nieuwe generatie F1-auto's minder downforce zullen produceren, zullen de coureurs minder snel in de bochten zijn en de rondetijden dus oplopen. In onderstaande video wordt het hele principe duidelijk met beeld inzichtelijk gemaakt.
BQ1xHbr9JIQ
Meest gelezen