Het megaproject wat Renault snellere wagens en betere motoren op moet leveren

Dat de Franse stal haar Formule 1-project meer dan serieus neemt is duidelijk geworden. Tijdens de teampresentatie laten hoge piefen weten dat er voor ettelijke miljoenen is geïnvesteerd om de werkomstandigheden in beide fabrieken - Renault heeft er namelijk twee - te verbeteren. De motorafdeling in het Franse Viry-Châtillon is voorzien van een stevige upgrade, in het Britse Enstone is de productiecapaciteit met tientallen procentpunten omhoog gegaan. Bovendien zit er nog meer in de pijplijn. Kan Renault daadwerkelijk die vurig gewenste volgende stap zetten?

In Viry-Châtillon is kortgeleden een nieuwe testbank in gebruik genomen, waardoor Renault grotere stappen op het motorische vlak kan zetten. De power unit kan gedurende het seizoen zodoende beter worden doorontwikkeld. Intussen is men in Frankrijk druk in de weer met een ambitieus bouwprogramma, wat meer huisvestingsmogelijkheid voor motoronderdelen en betrouwbaarheidsdepartementen brengt. Bovendien komt er een geautomatiseerde opslagruimte. Het complete project wordt in 2020 opgeleverd. In Enstone is er stevig aan de weg getimmerd. Waar er in de slotfase van de Lotus-tijd nog maar een (voor Formule 1-begrippen) handjevol werknemers op de loonlijst stonden, daar worden er nu elke maand nieuwe collega’s begroet. De productiecapaciteit is met tientallen procenten omhoog geschoten, de machines zijn geüpgrade en ook de windtunnel beschikt over noviteiten. “De transformatie die Enstone heeft ondergaan is indrukwekkend geweest”, laat technisch directeur Marcin Budkowski weten.

Marcin Budkowski

Verschil wordt gemaakt door verbetering van details

“De groei matcht onze ambities. Met de juiste onderdelen op de juiste plekken kunnen we onze doelen realiseren”, klinkt de Pool cryptisch. “De veranderde en verbeterde infrastructuur is zichtbaar middels de nieuwe gebouwen, refurbished oude onderdelen en de verbeterde windtunnel.” Die windtunnel is sinds kort voorzien van een nieuw systeem dat de windgeleiding beter moet meten. Ook op analyserend gebied zijn er nieuwe programma’s ontworpen en in werking gezet. “Verschil zit ‘m in de details”, meent Budkowski. “Een goede werkomgeving draagt bij aan een goede wagen.” Wat betreft het werknemersbestand groeit het Formule 1-team van Renault als kool. Het aantal is in de afgelopen drie jaren verdubbeld, als het aan de teamleiding ligt blijft het er daar niet bij. “Het was ontzettend uitdagend om de projecten te lanceren, terwijl we deelnemen aan een kampioenschap als de Formule 1”, meent Cyril Abiteboul. “Ik ben erg onder de indruk geraakt van de manier waarop iedereen met dit project omgaat. Wij hebben het momentum beet. We eindigden als negende in 2016 met acht puntjes, werden zesde in 2017 met 57 punten en eindigden vorig jaar als vierde met liefst 122 punten.”

Waar Budkowski het technische gedeelte van de wagen overziet en Abiteboul de manschappen aanvoert, daar is Rémi Taffin de motorbaas van Renault. “In het afgelopen seizoen hebben we een koers gevaren die ons bevalt en dus gaan we daarmee door. Viry heeft het druk gehad in de afgelopen winter. We hebben lang en hard gewerkt aan zowel de prestaties van het blok, als de betrouwbaarheid. De nadruk lag op het vermogen”, erkent Taffin. “We moeten de toekomst in ons achterhoofd houden en bereiden ons al voor op 2021.” Tot slot kijkt Abiteboul naar het seizoen 2019, het jaar waarvoor Renault vandaag haar wagen heeft gelanceerd – al zij het middels gefotoshopte plaatjes in een persbericht. "In Viry staat de motor op één, met de nieuwe structuur in Enstone proberen we de competitiviteit van het chassis seizoen na seizoen te waarborgen." “We stellen ons geen doel. We hoeven niet x-plek of y-punten te verzamelen, ik wil gewoonweg zien dat het team blijft groeien richting de top van het Formule 1-veld."