Juiste plek, verkeerde moment: het overkwam deze F1-coureurs

Laten we één ding vooropstellen: Formule 1-coureur worden is ontzettend knap en niet voor veel mensen weggelegd. Maar rijd je eenmaal in die Formule 1, dan is winnen de volgende stap. De ultieme droom? Wereldkampioen worden.

Wil je kampioen worden, dan heb je een beetje geluk nodig. Max Verstappen en Lewis Hamilton kunnen nóg zo goed zijn, maar het ziet er niet naar uit dat zij in een Haas of Alfa Romeo ook meer dan tien races winnen op jaarbasis. Om wereldkampioen te worden, moet je op het juiste moment voor het juiste team uitkomen. Iets dat een aantal coureurs lukte, maar ook een aantal coureurs niet...

Jenson Button (Williams, 2000) (Benetton/Renault, 2001-2002)

Jenson Button debuteerde in 2000 in de koningsklasse. De Brit ontving van Frank Williams en Patrick Head een contract voor één seizoen bij het grote Williams. De jongeling hoopte stiekem direct races te kunnen winnen bij het team dat in de jaren zeventig, tachtig en negentig talloze Grands Prix en wereldkampioenschappen won. Maar niets bleek minder waar...

Williams laatste wereldtitel dateerde uit 1997, toen Jacques Villeneuve de gelukkige was. In de jaren die volgden verkeerde de Engelse renstal in een ware vormcrisis. Button scoorde in 2000 slechts twaalf punten; zijn beste resultaat was een vierde stek.

Het jaar erna reed de jonge coureur voor Benetton, dat haar gloriejaren ook wel had gehad. Button scoorde slechts één keer punten en werd zeventiende in de pikorde. Het jaar erop ging het een stuk beter, maar tot podiums en overwinningen kwam het niet. Na het seizoen werd Button vervangen door Fernando Alonso. Drie keer raden wie Renault in 2003 voor het eerst in jaren een overwinning bezorgde...

Enfin, met Button kwam het uiteindelijk allemaal goed. De Brit maakte namelijk ook de andere kant van het spectrum mee. In 2009 reed hij voor Brawn GP, waar eigenaar Ross Brawn dankzij een maas in de wet een kampioenschapswaardig team van had gemaakt. Button werd dat jaar wereldkampioen.

Tekst gaat verder onder afbeelding.

Michael Schumacher (Mercedes, 2010-2012)

In 2010 werd Brawn GP omgedoopt tot Mercedes. Button vertrok naar McLaren en diens teamgenoot Rubens Barrichello naar Williams. Mercedes haalde levende legende Michael Schumacher uit zijn pensioen en legde Schumi's veelbelovende landgenoot Nico Rosberg vast.

Mercedes was echter niet meer dan een middenmotor en kwam totaal niet in de buurt bij het succes dat Brawn GP een jaar eerder had. Lichtpuntjes kwamen er in 2012, toen Schumacher zijn eerste podium scoorde sinds 2006 en Rosberg in China won namens Mercedes. Schumacher kon zijn successen uit zijn eerdere F1-carrière echter niet evenaren. In 2013 hing hij zijn helm voorgoed aan de wilgen. Rosberg bleef bij Mercedes en hengelde in de jaren die volgden flink wat zeges binnen. In 2016 werd hij zelfs wereldkampioen met de Zilverpijlen.

Tekst gaat verder onder afbeelding.

Sergio Perez (McLaren, 2013)

Na twee fantastische jaren bij Sauber stapte Sergio Perez in 2013 over naar het grote McLaren, waar hij werd aangesteld als vervanger van de naar Mercedes vertrokken Lewis Hamilton. Het doel? Winnen!

Waar Hamilton in 2012 nog wist te winnen namens McLaren, kwam Perez niet verder dan de vijfde plaats als beste resultaat. De McLaren van '13 kwam simpelweg tekort ten opzichte van de Red Bulls, Ferrari's en Mercedessen. Ook Perez' teamgenoot - niemand anders dan Jenson Button - kon geen potten breken in de MCL MP4-28. Zijn beste resultaat was de vierde plaats in de seizoensfinale op het circuit van Interlagos in november.

Na slechts één seizoen besloot Perez McLaren vaarwel te zeggen en vertrok hij naar Force India, waar hij al tijdens de derde race van het seizoen een podiumplaats binnensleepte.

Tekst gaat verder onder afbeelding.

Kevin Magnussen (McLaren, 2014)

Met het vertrek van Perez kwam het stoeltje naast Button wederom vrij. McLaren besloot om de piepjonge Kevin Magnussen het zitje te geven. Magnussen begon het seizoen geweldig door in zijn eerste F1-race ooit tweede te worden. Helaas voor K-Mag maakt één zwaluw echter nog geen zomer. De McLaren van de Deen kon niet opboksen tegen Mercedes en Ferrari en zijn eerste F1-podium ooit bleek ook gelijk zijn laatste (tot dusver). Evenals Perez vertrok ook Magnussen na één seizoen bij de legendarische renstal. In een later stadium van zijn carrière zag hij zijn oude team weer opbloeien en coureurs als Lando Norris, Daniel Ricciardo en Oscar Piastri flink wat podiumplaatsen binnenhalen, terwijl hij zelf voor spek en bonen meereed in zijn Haas. Ouch.

Tekst gaat verder onder afbeelding.

Giedo van der Garde (Sauber, 2015)

Na een prima debuutseizoen bij Caterham besloot Giedo van der Garde 2014 als reservecoureur door te brengen bij Sauber. 2014 zou voor de man uit Rhenen een overbruggingsjaar worden en in 2015 zou hij namens de Zwitserse renstal op de grid verschijnen.

Helaas voor Van der Garde viel alles op het allerlaatste moment in het water. De Nederlander zou aanvankelijk naast Marcus Ericsson gaan rijden. Aan het einde van het 2014-seizoen werd echter duidelijk dat Sauber niet twee, maar drie coureurs had gecontracteerd. Het wilde door met Felipe Nasr naast Ericsson en probeerde Van der Garde op een zijspoor te zetten. Reden voor dat besluit was de zak met poen die Nasr en Ericsson meebrachten. Pas in het weekend van de seizoensopener in Melbourne werd definitief duidelijk dat Van der Garde niet zou rijden. Nasr werd dat weekend vijfde, Ericsson achtste. Het team scoorde uiteindelijk maar liefst 36 punten.

Voor Van der Garde betekende het Sauber-fiasco het einde van zijn F1-loopbaan. De Nederlander vervolgde zijn carrière in het endurance racen. Eind 2023 zette hij een punt achter zijn loopbaan.

Tekst gaat verder onder afbeelding.

Fernando Alonso (McLaren, 2015 - 2018)

Toen Ferrari te midden van 2014 bekendmaakte dat Red Bull-coureur Sebastian Vettel over zou nemen vanaf 2015, werd Fernando Alonso bedankt voor zijn diensten. De Spanjaard vertrok naar oude liefde McLaren, waar hij in 2007 bijna wereldkampioen werd.

McLaren reed vanaf 2015 met een nieuwe motorleverancier: Honda. McLaren hoopte met haar nieuwe partner Mercedes af te kunnen troeven in de strijd om de wereldtitel.

Die droom viel echter volledig in duigen. Alonso scoorde in 2015 slechts elf puntjes. Ook in 2016, 2017 en 2018 was McLaren geen schim van wat het ooit was. Na 2018 besloot de Spaanse coureur het team te verlaten.