Gefrustreerd, enigszins geagiteerd zelfs, trekt Frits van Amersfoort van leer als hem door Racingnews365 naar het verloop van het huidige seizoen wordt gevraagd. En dat is niet vreemd: het gaat allerminst van harte bij het paradepaardje van de stal (de F3) en dat zit de 63-jarige teambaas duidelijk niet lekker. “Het zou fijn zijn als iemand eens verklaart waarom het allemaal zo op en neer gaat in de F3.” Het antwoord op die vraag is eigenlijk, hoe gek het ook klinkt, vrij eenvoudig. In het huidige Formule 3-kampioenschap leveren zeven teams bolides. Uiteraard bepalen ze zelf wie er instapt, maar onderlinge verschillen zijn er amper. Ze worden voornamelijk gemaakt door de rijders zelf. Het is dus van groot belang om een goede coureur in huis te hebben, wil er meegedongen worden om de prijzen en dan moet die coureur ook nog in staat zijn het verlangde budget mee te nemen. Van Amersfoort Racing is een gerenommeerd team en bovendien een vermaarde stal in de opstapklassen. Verschillende topcoureurs konden via VAR het stapje maken dat ze nodig hadden, om verder te geraken in de racewereld. Jos Verstappen reed zich begin jaren ’90 in de kijker in een wagen van Frits van Amersfoort. Van het huidige Formule 1-veld reden Max Verstappen, Charles Leclerc en Kevin Magnussen voor de Larenaar. Van Amersfoort staat meer dan wie dan ook bekend vanwege zijn neus voor talent.
Voorheen was het duidelijk: om in de Formule 1 terecht te komen, moet je langs de Formule 3. Van Amersfoort Racing spinde zijn garen bij de aanwas aan talenten die zich een weg naar de koningsklasse probeerde te banen. Tegenwoordig is het wat minder overzichtelijk. “Je kan hemel en aarde bewegen, maar uiteindelijk ben je afhankelijk van je rijders. Het zit ‘m in de rare spagaat waarin je je in bevindt. Aan de ene kant ben je een talentenopleider, aan de andere kant een serviceverlenend bedrijf bent. De rijders zijn je klanten”, analyseert Van Amersfoort. Credo: als team ben je afhankelijk van je materiaal en zo kon VAR in 2014 (Verstappen) en 2015 (Leclerc) successen bejubelen. “Als je ziet wat voor commentaren je krijgt als je een shitweekend hebt, dan denk je ‘jongens, jullie snappen het systeem niet, we zijn het niet verleerd, we zijn nog hetzelfde team als toen Max en later Charles bij ons reden’. Als team ga je in het sportieve laddertje snel onderuit”, baalt de teameigenaar van het beeld dat onder ‘nieuwe’ fans ontstaat. Het systeem richting de Formule 1 is aan verandering onderhevig en dat ondervindt Van Amersfoort aan den lijve. Waar de Formule 3 decennialang een van de meest gezonde en meest besproken klassen is onder de F1, daar moet de hele boel nu op de schop. Liberty Media ziet het F1-weekend graag de vormen van een MotoGP-weekend aannemen en om dat te bereiken, moet de F3 worden samengevoegd met de GP3. Dat daar niet al te lang over na is gedacht, blijkt uit de realiteit.
Frits van Amersfoort
Je bent een talentenopleider, maar evengoed een serviceverlenend bedrijf
“In werkelijkheid betekent dat zoveel als dat de GP3-sticker er af gaat en er een F3-sticker op komt. Het is een lastige situatie, aangezien nog niemand van de F3-teams weet waar-ie volgend jaar aan toe is. We zouden eigenlijk nog een jaar doorgaan met dit chassis alvorens er een nieuwe kwam en we hebben er kortgeleden nog behoorlijk in moeten investeren, maar de plannen hebben een nieuwe koers aangenomen. Zelfs René Rosin (teambaas Prema, red.), iemand waarvan ik verwacht dat hij zijn schaapjes wel op het droge heeft, weet niet wat hij kan verwachten.” Van Amersfoort is bang dat het eerste belang van de F3, namelijk het opleiden van talenten, ondergeschikt raakt aan het belang van Liberty’s superweekend. “In de GP3 rijden ze één training, één kwalificatie en twee races. Dat was het weekend. In de F3 hebben de coureurs ongeveer driemaal zoveel baantijd. Bovendien wordt de F3-wagen gezien als een stuk ‘fijner’.” De teameigenaar houdt zijn hart vast, maar wil niet te negatief overkomen. “Het is zoals het is. We gaan het allemaal meemaken.” Een ander zorgwekkend punt is volgens Van Amersfoort dat er amper meer talenten doorstromen naar de F1. “Zo nu en dan is er een exceptioneel talent, als Max of Charles. Nu rijdt daar Lando Norris in de Formule 2. Maar de jongens moeten maar net de kans krijgen. Dr. Helmut Marko van Red Bull houdt van een uitdaging en dat kan ik waarderen. Arrivabene (teambaas Ferrari, red.) en Wolff (teambaas Mercedes, red.) zie ik maar zo geen jonge rijder in een van hun wagens zetten. Het is jammer dat de F1 niet meer ruimte geeft aan junioren. Hierdoor wordt er een soort stroperigheid gecreëerd: jongens blijven langer in de Formule 2, of worden uitbesteed aan de Japanse Super Formula. Ze worden als het ware een soort prins Charles van het Verenigd Koninkrijk, ze mogen wachten tot ze een ons wegen voor ze de troon kunnen bestijgen.”
Frits van Amersfoort
Helmut Marko houdt van een uitdaging en dat kan ik waarderen
Charles Leclerc, tegenwoordig F1-coureur voor Sauber, reed in 2015 voor Van Amersfoort Racing in de Formule 3 Van ophouden wil de alom geprezen teambaas nog niet weten. “Ik heb het al veertig jaar volgehouden in de autosport”, spreekt de Larenaar, die het team wat zijn naam draagt oprichtte in 1975. “Als de lol weg is, dan kap ik ermee. Ik wil de topsport hebben en 25 jaar geleden waren dat de jongens die op weg waren naar de F1, tegenwoordig is het de coureur die prof wil worden.” Hoeveel succesvolle rijders er voor VAR hebben gereden wordt duidelijk als de teambaas te gast is bij de 24 uur van Spa-Francorchamps. “Dan komen er ineens wel heel veel mannetjes langs om te vragen hoe het gaat! Het doet me goed om te zien dat ze een prachtig fabriekscontract hebben bij een mooi merk als Audi of Mercedes.”
Meest gelezen
