Zondag 13 mei 1950 is een belangrijke dag in de historie van de F1: op die dag wordt de allereerste race in de koningsklasse van de autosport verreden. Plaats van handeling is, jawel - Silverstone. Rond het voormalige vliegveld, dat dienst deed tijdens de Tweede Wereldoorlog, is een razendsnelle baan uitgezet. De Italiaan Farina, coureur van Alfa Romeo, zegeviert. Waar de Formule 1 in de beginjaren vooral een Italiaans feestje is, reikt de sport hogere hoogten als Britse liefhebbers zich melden. In de jaren ’60 smullen de fans van heftige gevechten tussen enerzijds Ferrari en anderzijds Britse ‘self made’-stallen als BRM, Lotus en Cooper. Ook coureurs Jack Brabham (een Australiër) en Bruce McLaren (Nieuw-Zeeland) richen teams op, waarvan de basis op het Britse eiland ligt. De Britse garagisti (‘Bob de Bouwers’, zoals de legendarische Enzo Ferrari ze neerbuigend noemt) doen de ene na de andere geniale vondst. Groot-Brittannië wordt het epicentrum van de autosport, en met name de Formule 1. Topcoureurs als Graham Hill, Jim Clark, Jackie Stewart en John Surtees verdelen onderling negen wereldtitels. Om iedere Britse fan aan zijn trekken te laten komen wordt de wedstrijd langs de oude vliegveldbanen op Silverstone afgewisseld met die op Brands Hatch – de banen mogen om en om een Grand Prix organiseren.
Nadat Brands Hatch van de kalender verdwijnt, krijgt Silverstone het alleenrecht voor de Britse Grand Prix terug. Ondanks dat het circuit door de jaren heen behoorlijk aan verandering onderhevig is geweest – de laatste grote makeover dateert van 2010 – blijft het een belangrijke voor de teams. In de jaren ’90, toen er nog geen limiet was om wat betreft het aantal testdagen, was vrijwel elk team (op Ferrari na, uiteraard) gevestigd rond Silverstone. Rijders die toen Formule 1-coureur waren, hebben duizenden testkilometers afgelegd op het historische circuit. De sfeer tijdens de Britse Grand Prix is als geen ander – het circuit van Silverstone doet haast aan als een voetbalstadion. Meer dan honderdduizend fans schreeuwen hun kelen schor voor de publiekslieveling – na Nigel Mansell (eind jaren ’80, begin jaren ’90), David Coulthard (eind jaren ’90, begin jaren ’00), Jenson Button (eind jaren ’00, begin jaren ’10) is Lewis Hamilton nu de knuffelbeer. Hamilton kan op meer steun rekenen dan dat Max Verstappen krijgt in België of Oostenrijk. Waar heel Engeland hoopt dat het voetbal ‘thuiskomt’, daar komt de Formule 1 dit weekend thuis.
Meest gelezen