Liefst zevenmaal werd Schumacher namelijk wereldkampioen in de Formule 1, 91 keer schreef hij een Grand Prix op zijn naam. Racingnews365 pikt vijf memorabele zeges uit dit grote aantal overwinningen en belicht ze op Schumachers vijftigste verjaardag.
Spa-Francorchamps 1995 Op de baan waar Schumacher in 1991 debuteert en in 1992 zijn eerste Grand Prix-zege boekt, kraait hij in 1995 een van zijn meest bijzondere victories. De op dat moment regerend wereldkampioen ziet zijn kwalificatiepoging in de soep draaien wegens wisselende weersomstandigheden en vertrekt zodoende vanaf een zeer teleurstellende zestiende plek, waar titelrivaal Damon Hill het met P8 een stuk beter doet. In de wedstrijd zelf weet Schumacher zich echter op kenmerkende wijze naar voren te knokken. Na een stel fenomenale openingsronden vindt Schumacher zichzelf in rondje zes al op de vijfde plek terug. Niet lang daarna valt polesitter Gerhard Berger weg en komt het duo Hill-Schumacher in de positie om voor de zege te strijden. Rondenlang gaat het tweetal tot het gaatje, uiteindelijk is Schumacher de gevierde man. Op Spa-Francorchamps legt hij een belangrijke bouwsteen voor de uiteindelijke wereldtitel van 1995. Barcelona 1996 Na vier seizoenen (en een beetje) uit te zijn gekomen voor Benetton, een tijd waarin Schumacher twee wereldtitels en talrijke overwinningen scoort, is de Duitser klaar voor een nieuwe uitdaging. Bij Ferrari vindt hij die uitdaging, al is het allereerste begin wel heel erg uitdagend. De wagen waarmee de Italiaanse stal in 1996 aantreedt is duidelijk niet opgewassen tegen het geweld van Williams en Damon Hill. Schumacher moet lijdzaam toezien hoe Hill en diens teammaat Jacques Villeneuve de eerste vijf zeges van het jaar verdelen en bij een waterballet in Monaco vergaloppeert de Duitser zich al vrij snel. Op het Circuit de Catalunya in Montmélo, vlakbij Barcelona, valt alles samen. De zevende wedstrijd van het seizoen mondt evenals het treffen in Monaco uit in een waterballet, maar ditmaal laat Schumacher zijn spierballen zien. De Duitser komt bij het doven van de startlichten slecht weg, maar baant zich vanaf P6 alsnog rap naar voren. Na twaalf rondjes leidt de Duitser de wedstrijd en nadien ziet niemand hem meer terug: in de stromende regen rijdt Schumacher zijn concurrenten op een gigantische achterstand.
Hongarije 1998 Wie niet snel genoeg is, moet slim zijn. In 1998 domineren de McLarens van Mika Häkkinen en David Coulthard, waar het met name de eerstgenoemde is die de macht naar zich toetrekt. Op de Hungaroring lijken de zilverpijlen wederom op weg naar een zege, maar dat is buiten Schumacher gerekend. De Duitser wordt op een zeer agressieve en gevaarlijke strategie gezet door Ross Brawn en de zijnen en met dank aan Schumachers rijvaardigheid wordt de noodgreep beloond met een zege. In plaats van twee pitstops voor nieuwe banden en brandstof te maken, kiest Ferrari ervoor Schumacher driemaal binnen te halen. Daardoor verliest hij ruim twintig tellen ten opzichte van de rijders die tweemaal stoppen (waaronder Häkkinen), maar rijdt hij effectief meer ronden met een lager totaalgewicht en versere banden. Schumacher zou de zeventig racerondjes in Hongarije betitelen als ‘zeventig kwalificatieronden’, maar die zeventig kwalificatieronden leidden uiteindelijk wel tot de overwinning omdat Schumacher genoeg voorsprong opbouwt tussen zijn stops. Japan 2000 De spanning is om te snijden op het circuit van Suzuka in Japan, als de voorlaatste wedstrijd van het seizoen 2000 aldaar wordt afgewerkt. Schumacher kan voor de eerste keer sinds 1995, en voor het eerst in het Ferrari-rood, kampioen worden als hij de Japanse Grand Prix wint. Die wedstrijd is in de voorgaande twee jaar echter ten prooi gevallen aan Mika Häkkinen – in 2000 dé grote titelrivaal van Schumacher. In de kwalificatie ontlopen de rondetijden elkaar nauwelijks: Schumacher is slechts 0.009 seconden sneller dan Häkkinen. Dankzij een goede start van Häkkinen verliest Schumacher zijn sterke uitgangspositie echter in een oogwenk. Rondenlang jaagt de Ferrari op de staart van de McLaren – als Schumacher niet wint, zal de titelbeslissing volgen in de laatste race van het jaar. Häkkinen en Schumacher staan elkaar geen enkel foutje toe en razen zo goed als anderhalf uur lang kort achter elkaar over het Japanse asfalt. Aangezien Schumi iets langer door kan voor zijn tweede stop en in de vrije lucht precies genoeg tijdswinst pakt, weet de Duitser de strijd in zijn voordeel te beslissen om als eerste over de meet te komen.
Brazilië 2006 Na de gloriedagen bij Ferrari, waar Schumacher vijf achtereenvolgende rijderstitels scoort, moet de Duitser in Italiaanse dienst zich in 2005 gewonnen geven aan Fernando Alonso. Een jaar later, in het laatste Ferrari-seizoen van Der Meister, komt Schumacher tóch weer opgezet. Lange tijd lijkt hij een grote kans te maken op een recordbrekende achtste titel, maar de praktische kansen daarop gaan door het putje als zijn Ferrari dienst weigert in de voorlaatste race van het jaar en de laatste kwalificatie van 2006 (respectievelijk in Japan en Brazilië). Alonso hoeft niet veel te doen om kampioen te worden – Schumacher vertrekt vanaf een tiende plaats en heeft de schier onmogelijke opdracht om de race te winnen. Tot overmaat van ramp mag Alonso geen punten scoren, en dat terwijl de Spanjaard zich op een prima vierde plek heeft gekwalificeerd. Om het nog wat lastiger te maken snijdt Schumacher vroeg in zijn inhaalrace een band kapot, waardoor hij deze moet laten wisselen. Desalniettemin knokt de Duitser zich vanuit het achterveld terug naar een vierde plek – puike inhaalacties bij Kimi Raikkonen en Jenson Button gaan de geschiedenisboeken in.
Meest gelezen