Sluit je aan bij De grootste racefamilie van Nederland

Ontdek welk pakket bij jou past

  • Altijd meepraten over de Formule 1
  • Kans maken op toffe prijzen
  • Advertentievrije site * (Plus & Premium)
  • Toegang tot de exclusieve RN365 app (Plus & Premium)
  • En nog veel meer…
* m.u.v. content van derden
Ontdek de mogelijkheden

Waarom de jonge Franstalige Formule 1-talenten absolute toppers zijn

In het Formule 1-veld van 2019 staan twee Fransen en een Monegask aan de start, waardoor er een Franstalige rijder minder is dan vorig jaar. Waar Esteban Ocon een jaartje in de schaduw plaats moet nemen omdat geen enkel team hem een racezitje aan kon bieden, zijn Pierre Gasly, Romain Grosjean en Charles Leclerc wél weer vertegenwoordig op de Formule 1-grid.

Toch is het getal drie, aangezien Leclerc natuurlijk onder de vlag van Monaco rijdt maar stiekem ook een product is van de Franse school (Grosjean is overigens geboren in Zwitserland, maar evenals Leclerc via Frankrijk in de autosportwereld gekomen), bijzonder hoog. Ga maar na: enkel Groot-Brittannië, raceland bij uitstek, beschikt over hetzelfde aantal Formule 1-coureurs in 2019. Dat uitgerekend Frankrijk er tegenwoordig zo goed voor staat op de Formule 1-kaart, is bijzonder te noemen. Goed, in het verleden waren de Franse toppers niet aan te slepen – Alain Prost wordt nog altijd gezien als één van de beste Formule 1-coureurs aller tijden en dankzij bijvoorbeeld Jean Alesi, Jacques Laffite, René Arnoux schalde de Marseillaise 79 maal na afloop van een Grand Prix over het circuit. Frankrijk bezet de vierde plaats op de eeuwige ranglijst, achter Groot-Brittannië, Duitsland en Brazilië.

Olivier Panis is nog altijd de laatste Fransman die een Formule 1 Grand Prix op zijn naam schreef In het recente verleden wordt er echter niet meer gewonnen. Geloof het of niet, maar Olivier Panis was een kleine 23 jaar geleden de allerlaatste Fransman die een Grand Prix won. Sinds de Monegaskische GP van 1996 is de klad er behoorlijk in gekomen. Panis en Alesi scoorden nog een paar podiumplaatsen, alvorens het land veertien jaar lang geen enkele rijder bij de top drie zag eindigen. Grosjean brak de ban in 2012, om in vier seizoenen tijd in totaal tien podia bijeen te rijden. Het gigantische verval van de Fransen in de autosport gaat hand in hand met het verbod op tabaksreclame. Panis, een van de laatste Franse rijders die tassen vol met geld uit het thuisland kreeg om zich te manifesteren in de autosportwereld, kon rekenen op steun van staatsbedrijf SEITA – de monopolist van de tabaksindustrie. Merken als Gitanes, en later Gauloises, werden bij deals betrokken. Het uitdrukken van de tabaksreclame betekende een strop voor de Franse autosportscene.

Gasly, Leclerc en Ocon zijn begonnen op het moment dat de Franse autosport op zijn gat lag

Tussen Panis, die stopte in 2004, en Grosjean, die als enige dertiger van de huidige Franse armada door het leven gaat, probeerden een aantal landgenoten van hen het in de F1. Franck Montagny had gewoon geluk dat een ander zijn licentie werd afgenomen, Sébastien Bourdais wist jarenlang naam te maken in de VS en kreeg daarom een kans bij Toro Rosso. Voor beiden duurde het F1-avontuur niet bijster lang. Charles Pic had een sterk management achter zich staan en kon bovendien prima sturen, het was echter geen hoogvlieger. Enkel Jules Bianchi stal de spotlights: de jonge Fransman kwam in de moeilijke dagen, toen het geld net op was, naar boven gedreven. Bianchi had het geluk dat zijn talent werd opgemerkt door Ferrari, wat zijn carrière besloot te financieren. Het tragische verhaal van Bianchi, iemand die in deze tijd wellicht had kunnen strijden om overwinningen en titels in de Formule 1, is helaas bekend. Grosjean, iets ouder dan Bianchi, had de mazzel via het Renault-opleidingsprogramma op de radar terecht te zijn gekomen. De jonge garde heeft het volledig van de grote Formule 1-teams moeten hebben. Gasly, Leclerc en Ocon zijn alle drie product van een juniorteam: de ene van Red Bull, de andere van Ferrari en nummer drie van Mercedes. Dit, in combinatie met het lastige landschap waarin de Franse autosportwereld verkeerde, onderstreept hun duidelijke klasse.

Doordat de nationale autosportbond FFSA zich in de ‘donkere’ dagen is gaan focussen op het begeleiden van jong talent wist het drietal wat in de toekomst samen moet gaan strijden om WK’s zich al op vroege leeftijd gesteund. De begeleiding van de FFSA deed de jongelingen duidelijk goed. Enkel Gasly heeft langer moeten wachten om opgepikt te worden door iemand: Ocon (Gravity management) en Leclerc (All Road, Nicolas Todt) hadden voor zij bij respectievelijk Mercedes en Ferrari belandden al een geldschieter gevonden. Dat deze geldschieters en, daarna, de Formule 1-teams hun ogen op het Franstalige drietal hebben laten vallen zegt voldoende over hun kwaliteiten, helemaal als het verleden in ogenschouw wordt genomen. Zowel Gasly als Leclerc en Ocon heeft zich aan een kartcarrière gewaagd op het moment dat de Franse autosport in een diep dal zat. Geld was er amper, toekomstplannen moesten af en toe in de ijskast worden gezet (denk aan Grosjean, die zich nadat Renault hem begin 2010 wegstuurde wilde wagen aan een leven als chef-kok). Grosjean is er echter nog steeds, Gasly, Leclerc en waarschijnlijk per 2020 ook Ocon weer, vormen een grote Franstalige enclave op de Formule 1-grid. De toptalenten zijn dus écht aan te merken als toptalenten: ze hebben op eigen kracht eerste stappen gezet, konden met dank aan de bezielende begeleiding van de FFSA verder naar voren komen en reden zich in de kijker bij managements en later bij F1-teams. De eerste in Frankrijk opgeleide coureur die een GP wint sinds Panis in 1996 deed, zit eraan te komen. Bonne chance !

Viaplay
x
Sponsor 'Ferrari kaapt grote sponsor Mercedes en evenaart megadeal Red Bull'