Waarom de overheid niet mee wil betalen aan een F1-race in Nederland

Een tegenvaller voor het Circuit Zandvoort, een van de twee racebanen die in de running is voor het organiseren van de Nederlandse Grand Prix. Het duinencircuit, sinds enkele jaren eigendom van prins Bernhard junior, heeft een gat in de begroting en had dit gat met wat geld van de overheid willen dichten. Overigens heeft het TT Circuit in Assen wél genoeg geld om een GP van Nederland te organiseren – de Drenten hebben zodoende niet aangeklopt bij het kabinet. Racingnews365 zet de belangrijkste factoren waarom de overheid niet mee wil betalen aan een Formule 1-race in Nederland op een rijtje.

De rechten van de sport zijn in handen van een Amerikaans bedrijf Sinds begin 2017 is Liberty Media eigenaar van de Formule 1. Voor een onvoorstelbaar hoog bedrag van ruim vier miljard euro (!) werd de oude Bernie Ecclestone afgezet en namen Chase Carey en zijn kompanen de koningsklasse van de autosport over. De Nederlandse overheid voelt er volgens minister Bruins niets voor om te investeren in een sport die min of meer geregeerd wordt door Amerikanen. Liberty Media heeft alle zeggenschap over de commerciële eigendommen van de Formule 1 en bepaalt wie (uiteraard tegen betaling) over welke uitzend- dan wel fotorechten beschikt. Andere commerciële sportevenementen kunnen zonder steun Het World Tennis Tournament dat elk jaar wordt gehouden in Ahoy Rotterdam, moet het zonder overheidssteun zien te rooien. De organisatie van het toernooi heeft de ABN Amro-bank gestrikt als haar hoofdsponsor. De overheid meent dat het Circuit Zandvoort een voorbeeld kan nemen aan evenementen als bijvoorbeeld het tennistoernooi in Rotterdam. Het argument luidt dat meerdere commerciële evenementen het hoofd eenvoudig boven water kunnen houden het Nederlandse topsportmilieu.

Een GP in Nederland genereert ongelooflijk veel aandacht, marketingtechnisch is er veel te halen

Impact van de Formule 1 drijfveer voor bedrijfsleven Een belangrijke pijler van het kabinet is dit punt: de ministers en staatssecretarissen menen dat het in dit geval bij uitstek aan het bedrijfsleven is om de handschoen op te pakken. De Grand Prix van Nederland genereert ongelooflijk veel aandacht en marketingtechnisch valt er veel te halen. Grands Prix in andere landen kunnen veelal buigen op een grote sponsor, die haar naam aan de wedstrijd verbindt. Als een groot Nederlands bedrijf het Circuit Zandvoort een handje helpt, dan hoeft er geen geld meer uit de staatskas te komen. Bovendien, zo tonen meerdere studies aan, zou dat geld vanwege de grote Formule 1-belangstelling in Nederland binnen de kortste keren terug zijn verdiend. Het subsidiepotje geldt slechts voor eenmalige evenementen De overheid betaalde in de afgelopen jaren mee aan onder meer het WK veldrijden, het WK hockey, de start van de Tour de France in Utrecht (2015) en die van de Giro d’Italia in Gelderland (2016). Elk van die evenementen was eenmalig. Voor dit soort sportwedstrijden heeft het kabinet een potje, waaruit zij liever niet meer dan tien miljoen euro per jaar haalt. Bovendien geldt de gouden maatstaf dat één sportevenement niet meer dan 2,5 miljoen euro mag kosten. Voorbeeld: de Giro-start heeft 7,5 miljoen euro gekost, een bedrag waarvan de Provincie Gelderland twee derde moest ophoesten. De minister wil investeren in kinderen Waarom vijf miljoen euro besteden aan een meerdaags evenement dat ontzettend veel geluidsoverlast in de gemeente Zandvoort oplevert en wat bovendien allesbehalve milieubewust is, als er ook naar volgende generaties kan worden gekeken? Minister Bruins sloot zijn brief aan de Tweede Kamer af met een verwijzing naar de jongste jeugd. De beleidsman wil zijn centen liever aan de kinderen geven, om een gezonde opvoeding te stimuleren.