Op de eerste dag in Barcelona (maandag) was het Kimi Raikkonen die vrijwel direct de nieuwe Alfa Romeo-bolide in de grindbak parkeerde, om zo de eerste rode vlag van het jaar te veroorzaken. Een dag later was het Alexander Albon die in zijn eerste rondje de STR14 achterstevoren zette. Twee dagen na het Albon-akkefietje beëindigde Lando Norris één van zijn installatieronden op knullige wijze naast de baan, in plaats van in de pits.
Zijn de Formule 1-coureurs van 2019 over de hele linie minder kundig geworden? Nee, zeker niet. Natuurlijk is het in het geval van Norris en Albon makkelijk om hun schuivers toe te schrijven aan geklungel van rookies, maar Raikkonen is de meest ervaren man op de grid en gaat ook de fout in en dus gaat die vlieger niet helemaal op. De oorzaak moet gezocht worden in de temperatuur van de banden. In de high-tech wereld van de Formule 1 worden auto's met voorverwarmde banden de baan op gestuurd, door ze vlak voor een run uit de bandenwarmers te halen. Deze banden-'sokken' kunnen worden ingesteld om iedere gewenste temperatuur te bereiken. Waar alle banden tot dit jaar mochten worden voorverwarmd tot honderd graden Celsius, geldt dat dit jaar voor de voorbanden nog steeds. De achterbanden daarentegen mogen nog maar op een temperatuur van tachtig graden Celsius de baan op worden gestuurd. Een lagere temperatuur betekent minder grip en dus staat men sneller achterstevoren, juist omdat al het vermogen via de achteras op het asfalt over wordt gebracht. Dat gegeven, in combinatie met het feit dat de vroege ochtend het koudste moment van de dag is in Barcelona, maakt dat menig F1-coureur zich vergaloppeerde in het eerste uur van elke testdag. Het is de vraag of acht dagen testen genoeg is om de coureurs hier volledig aan te laten wennen, anders kan het ook tijdens het Grand Prix-seizoen nog een issue worden.
Meest gelezen