Toen de stofwolken optrokken, bleek het – zoals zo vaak – een actie van een kat in het nauw te betreffen. Onder de noemer ‘FOPA’, een belangenvereniging waartoe zestien van de 21 Grands Prix middels hun promotor behoren, werd een statement de wereld ingestuurd waarin te lezen was dat alle leden van de vereniging een andere houding van Liberty Media eisen. Dat bleek, achteraf, toch iets genuanceerder te liggen. Racingnews365 legt uit.
Een Grand Prix wordt in de markt gebracht door een promotor. Deze zorgt voor geld in het laatje, door middel van sponsorovereenkomsten en reclame. Zestien van de 21 Formule 1-promotors hebben zich verenigd in een groepje, genaamd de FOPA. Via die belangenorganisatie probeert men de best denkbare Formule 1-deals om wat betreft het organiseren van Grands Prix voor de leden mogelijk te maken. Uit het groepje van zestien hebben vijf leden hebben nog geen contract voor na het seizoen 2019. Dit zijn Groot-Brittannië (Silverstone), Italië (Monza), Spanje (Barcelona), Duitsland (Hockenheimring) en Mexico (Autódromo Hermanos Rodríguez).
Een mogelijke Nederlandse GP zit in hetzelfde schuitje als de Britse
Wat is nu precies het probleem? Het is voornamelijk, zoals zo vaak, een centenkwestie. Onder het oude verdeel-en-heersbewind van Bernie Ecclestone moesten promotors jaarlijks een kwak geld op tafel leggen om een Grand Prix te organiseren. Ecclestone was niet vies van een paar centen extra en wist heel goed hoe hij de Formule 1-teams aan boord moest houden - grotere bedragen waren benodigd om onder meer de prijzenpot te spekken. Zodoende werden er ineens nieuwe regio’s aangedaan, zoals het rijke Midden-Oosten. Door de GP’s meer te laten betalen, konden teams meer geld vangen. Een win-win situatie. Ecclestone zette Grands Prix die al langer op de kalender stonden, onder druk. Hun contracten werden niet verlengd, de inschrijfgelden gingen pardoes met ettelijke miljoenen omhoog of politieke spelletjes brachten ze in moeilijk vaarwater - mits er werd bijgetekend, uiteraard onder Bernie’s voorwaarden. Toen Ecclestone de Formule 1 verkocht aan Liberty Media kondigde het Amerikaanse bedrijf aan om de sport dichter bij de fans te brengen. Eén van haar pijlers was het terughalen en opkalefateren van zogenaamde ‘heritage’ Grands Prix – wedstrijden met historische waarde. GP’s met een lange geschiedenis wreven in hun handen: kwam er eindelijk genoegdoening? De Grand Prix van Groot-Brittannië is bij uitstek een race met historische waarde. Op het circuit van Silverstone werd de allereerste Formule 1-race ooit gereden (1950). Na een tijd van onderhandeling met Ecclestone kreeg Silverstone in 2009 een contract voorgeschoteld, waarin stond dat de baan tot diep in de jaren ’20 van deze eeuw de Formule 1-race mag organiseren. Keerzijde van de medaille is dat de starting fee elk jaar met een vast percentage omhoog gaat. Tekst gaat verder onder foto
Chase Carey, sinds begin 2017 de voorman van de Formule 1 In de vorm van een clausule werd Silverstone een ‘ontsnappingsmogelijkheid’ geboden. Deze zou men echter moeten activeren in 2017, om zeker te zijn dat het contract na 2019 ongeldig is. Niet interessant zolang Ecclestone aan de macht was, maar toen Silverstone zag wat Liberty Media van plan was werd die clausule daadwerkelijk geactiveerd. Immers: Silverstone is zo’n ‘heritage’ Grand Prix en - Silverstone in het bijzonder - wil wel graag wat minder startgeld betalen. De Britse Grand Prix was tot voor kort de enige op de kalender die niet gesteund wordt door overheidsgeld. Oftewel: hand op de knip! Vooralsnog lijkt Liberty Media niet van zins om Silverstone het een stuk voordeliger te maken. Dat steekt de Britten uiteraard vanwege de belofte die het Amerikaanse bedrijf heeft gedaan, maar wat men nog veel erger vindt is dat nieuwe Grands Prix de mogelijkheid wordt geboden om de opbrengst van de wedstrijd te delen met Liberty. Zodoende hoeven zij geen startgeld af te staan. Met name dat laatste schiet ‘heritage’ Grands Prix, waaronder Silverstone, in het verkeerde keelgat. Het gevoel bestaat dat Liberty er alles aan doet om nieuwe Grands Prix op exotische plaatsen (Miami, Vietnam) te steunen, waar de ‘heritage’ GP’s aan hun lot over worden gelaten. Een mogelijke Nederlandse Grand Prix lijkt in hetzelfde schuitje als bijvoorbeeld Silverstone te zitten. Meermaals is er hardop in de media gesproken over de entry fee, die rond de twintig miljoen euro zou liggen. Dat is ongeveer gelijk aan het bedrag wat Silverstone momenteel afdraagt. Zoals voormalig F1-baas Ecclestone eerder deze week al zei: Silverstone zal waarschijnlijk uit zijn op een verbeterd contract en het dreigement om de F1 te verlaten kan normaliter worden beschouwd als een loze. Silverstone heeft als geen ander circuit een verleden waarin geschermd werd met nieuwe verbintenissen. Onder de streep valt met name de onkunde van Liberty Media op. De Amerikaanse mediagigant had twee jaar geleden veel plannen, maar krijgt deze op enkele na niet erg gemakkelijk van de grond. Het gedonder met de FOPA is een nieuw dieptepunt. Onvrede vormt vaak vruchtbare grond voor een revolutie – zou het er dit keer wel van komen?
Meest gelezen
