In 2021 introduceerde de Formule 1 het budgetplafond waarbij de teams een maximaal bedrag mogen spenderen aan het ontwerpen en ontwikkelen van de auto en het deelnemen aan de races. Dit seizoen staat het budgetplafond op 140 miljoen dollar. Dit maximale bedrag kwam dit jaar meerdere malen als discussiepunt naar voren door de wereldwijde stijgende inflatie en dus werd besloten het plafond te verhogen met 3,1%. Ondanks de verhoging van van het maximaal te besteden bedrag is het budgetplafond vanzelfsprekend een rem op het ontwikkelen van upgrades, maar Mercedes lijkt daar minder last te hebben aangezien het team, na een moeizame start, vrijwel iedere race met upgrades kwam en flinke stappen vooruit zette. Ferrari-teambaas Mattia Binotto heeft zo zijn twijfels of de uitgegeven kosten van alle teams wel volledig en juist gemonitord en gecontroleerd kunnen worden om te checken of ieder team zich wel aan het maximaal te besteden bedrag houdt. "Het budgetplafond moet goed in de gaten worden gehouden", zo begint de teambaas tegenover de Italiaanse tak van Motorsport . "Ik vertrouw de FIA, maar het financiële regelement is compleet nieuw. Het technisch regelement en sportief regelement zijn er al heel lang, maar nog altijd zijn er gebieden die in de gaten moeten worden gehouden."
Het probleem bij de FIA
"Het financiële regelement is voor iedereen nieuw, zowel voor de teams als de FIA en dus is er tijd nodig om het systeem te leren kennen, hoe het te interpreteren, te verduidelijken en te monitoren", gaat Binotto verder. Op het moment heeft de FIA vijf mensen staan op het controleren van de financiële regelementen en staan er bijvoorbeeld tien mensen op de controle van de technische regelementen. Volgens de teambaas van Ferrari is dat iets om naar toe te werken. "In de komende jaren zullen ook tien mensen de financiële afdeling moeten monitoren, maar ondertussen blijft het dus een groot vraagteken. We weten dat we het moeten aanpakken. Het is huiswerk voor de FIA en voor de teams om het zoveel mogelijk te versnellen zodat er correct gemonitord kan worden." "Maar we moeten allemaal bewust zijn dat het op dit moment een groot vraagstuk is", sluit Binotto stellig af.
Meest gelezen