Sluit je aan bij De grootste racefamilie van Nederland

Ontdek welk pakket bij jou past

  • Altijd meepraten over de Formule 1
  • Kans maken op toffe prijzen
  • Advertentievrije site * (Plus & Premium)
  • Toegang tot de exclusieve RN365 app (Plus & Premium)
  • En nog veel meer…
* m.u.v. content van derden
Ontdek de mogelijkheden

De meest bijzondere Formule 1-comebacks ooit

Fernando Alonso keert terug in de Formule 1. Na twee jaar aan de zijlijn te hebben gestaan - alhoewel hij echt niet stil heeft gezeten - zal hij vanaf 2021 uitkomen voor Renault. Hij is zeker niet de eerste coureur die aan een tweede leven in de koningsklasse van de autosport begint. Sommige coureurs kwamen zeer succesvol terug, anderen wat minder. We doken in de geschiedenisboeken.

Vanaf komend jaar zien we een grote naam terugkeren in de Formule 1. Niemand minder dan tweevoudig wereldkampioen Fernando Alonso keert terug op het oude nest, bij Renault, waar hij anderhalf decennium geleden twee keer op rij wereldkampioen werd. Kan hij de Franse renstal wederom naar overwinningen helpen? In zijn twee vorige periodes bij Renault lukte hem dat. Het verleden spreekt zowel in zijn voor- als in zijn nadeel. De Spanjaard is niet de eerste coureur die besluit terug te keren op het hoogste niveau na een pauze van een of meerdere jaren. We zetten enkele grote namen op een rij.

Niki Lauda (1982)

In 1979 verklaart 'King Rat', dan Brabham-coureur, tijdens de vrije trainingen in Canada uit het niets dat hij er genoeg van heeft. En weg is-ie. Maar in januari 1982 staat Oostenrijker Niki Lauda weer op de grid, nu voor McLaren. Zijn eerste Grand Prix na zijn terugkeer in Zuid-Afrika levert direct een vierde plaats op, de derde race in Long Beach mondt uit in een klinkende zege. Legendarisch. In 1984 behaalt Lauda zijn derde wereldtitel met een half punt verschil ten opzichte van teamgenoot Alain Prost. Eind ’85 zegt Lauda de sport definitief vaarwel, na nog een keer op Zandvoort te hebben gezegevierd.

Mario Andretti (1982)

Het zwaar door tragedies getroffen Ferrari (Villeneuve overlijdt, Pironi raakt zwaargewond) heeft voor de laatste twee Grands Prix van '82 een vervanger nodig voor de auto met startnummer 28. De keuze valt pal voor Monza op de eigenlijk gestopte oud-wereldkampioen Mario Andretti. De 42-jarige Italo-Amerikaan zet de 126C2 prompt op poleposition en eindigt de race als derde. Hij is de grote held voor de tifosi. Na een uitvalbeurt in de slotrace in Las Vegas stopt Andretti definitief met F1 en knoopt er nog twaalf jaar (!) Indycars achteraan.

Alain Prost (1993)

Na de onvrijwillige vroegtijdige aftocht bij Ferrari in 1991 staat Alain Prost in '92 vrijwillig een jaartje aan de kant. Hij sleept echter een contract bij Williams uit het vuur, waarmee hij wereldkampioen Nigel Mansell de tent uit jaagt. Met de superieure FW15 wordt Prost op zijn dooie akkertje voor de vierde keer wereldkampioen, om er vervolgens definitief een punt achter te zetten.

Nigel Mansell (1994 - 1995)

De wereldkampioen van 1992 verruilt Williams voor de Indycars als hij Alain Prost naar Grove ziet komen. Daar wordt hij prompt kampioen met Newman-Haas. In 1994 verzorgt de Brit een viertal gastoptredens bij Williams na het overlijden van Ayrton Senna. Het levert een vierde plaats op in een drijfnat Japan en een onverwachte zege vanaf pole in de tumultueuze finalerace van Australië. Mansell verkast verrassend in 1995 naar de nieuwe combinatie McLaren-Mercedes, maar moet de eerste races uitzitten omdat hij niet goed in de cockpit past. De besnorde Brit rijdt in het voorjaar nog twee Grands Prix, om er vervolgens teleurgesteld de brui aan te geven.

Jos Verstappen (2000 - 2003)

De comeback kid bij uitstek. Het gewezen toptalent zit de eerste helft van 1998 werkloos uit, maar mag dan vanaf de Franse GP in de tweede Stewart aan de slag. Verstappen test begin 1999 voor Honda, maar dat trekt de stekker uit haar raceproject waarop de Nederlander andermaal een seizoen vanaf de kant moet toekijken. In 2000 verovert Verstappen voor de tweede maal een zitje bij Arrows, maar ziet zijn verbintenis begin 2002 verscheurd worden door teambaas Tom Walkinshaw. De Montforter komt nog eenmaal terug, in 2003 bij Minardi, helaas zonder aansprekende successen.

Michael Schumacher (2010)

De Duitse racelegende keert na drie jaar afwezigheid terug bij het eveneens teruggekeerde Mercedes, in feite een voortzetting van het zo succesvolle Brawn GP. Slechts enkele malen zien we de klasse van de oude meester opvlammen, meestal staat hij in de schaduw van de jonge Nico Rosberg, die Mercedes bovendien in China 2012 de eerste zege schenkt sinds 1955. Een derde plaats in Valencia 2012 en een (afgenomen) pole in Monaco 2012 is een schrale oogst. De zevenvoudig kampioen neemt na drie jaar ploeteren eind 2012 in São Paulo definitief afscheid.

Kimi Raikkonen (2012)

Als Ferrari voor 2010 Fernando Alonso aantrekt als teamgenoot van de herstelde Felipe Massa, zegt Kimi Räikkönen, nog immer de laatste Ferrari-wereldkampioen, de F1 vaarwel. Een beetje rally, een beetje NASCAR, de Fin rommelt lekker aan. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en in 2012 keert de Fin terug in de Formule 1, bij het tot Lotus omgedoopte Renault. Räikkönen is niets verleerd zo blijkt meteen, hij wint datzelfde seizoen zelfs een Grand Prix en eindigt het WK razendknap als derde.

Robert Kubica (2019)

Niemand die twijfelt: Robert Kubica wordt een hele grote. De kopman van Renault overleeft pal voor de start van het F1-seizoen van 2011 een dramatisch rallyongeval waarbij zijn rechterarm ternauwernood kan worden behoed voor amputatie. Weg carrière? Toch niet. De Pool geeft niet op en na jaren van revalidatie wordt hij in 2018 test- en reserverijder bij Willliams, om in 2019 te promoveren tot racecoureur. De Pool kan niets uitrichten met de beroerde bolide uit Grove en wordt tot overmaat van ramp door zijn jonge teamgenoot George Russell gedeclasseerd. Met veel mazzel scoort hij in Duitsland een punt. In 2020 is Kubica derde man bij Alfa Romeo.

Fernando Alonso (2021)

Zeventien seizoenen in de Formule 1 heeft Fernando Alonso al achter de rug. In 2001 maakte hij zijn debuut bij Minardi, waar hij indruk maakte en vervolgens als testrijder naar Renault werd gehaald. Vanaf 2003 mocht hij zijn kunsten laten zien in de hoofdmacht van de Franse renstal waar hij in 2021 weer terugkeert. Het werd een groot succes, met twee wereldtitels, alvorens hij na een jaar bij McLaren weer terugkeerde bij Renault. Na een minder succesvolle periode vertrekt Alonso in 2010 naar Ferrari, waar hij meer dan eens heel dicht bij de wereldtitel komt. Sebastian Vettel en Red Bull zijn hem echter elke keer net te snel af. Een terugkeer naar McLaren, dit keer met motorpartner Honda loopt uit op een deceptie en eind 2018 trekt hij de Formule 1-deur achter zich dicht om plaats te maken voor de jonge garde. Of ja, dicht? Op een kier, zo bleek, want de Spanjaard hintte regelmatig naar een terugkeer op het hoogste niveau, die nu dus werkelijkheid is geworden.

Viaplay
x
Trucje Verstappen verklaart opzienbarend Red Bull-trucje