Na de Grand Prix van Japan werd er veel gesproken over twee incidentjes, waarbij Max Verstappen betrokken was. De jonge Nederlander kreeg een tijdstraf van vijf seconden voor het in de weg rijden van Kimi Raikkonen, kort na dat akkefietje smeet Sebastian Vettel zijn Ferrari in een heel klein gat. De Duitser toucheerde Verstappen en kwam in een spin, waardoor hij achteraan aan moest sluiten en uiteindelijk slechts als zesde over de meet geraakte.
"De mentaliteit van de Formule 1-coureurs is door de jaren heen veranderd", meent Herbert in de nieuwste editie van de F1-podcast Beyond The Grid . "Je kan veel meer op de limiet rijden, want er zijn dingen als uitloopstroken. Het veiligheidselement is ontzettend veel groter geworden dan in de tijd toen ik Formule 1 reed", spreekt de Brit. "Er is eigenlijk geen limiet meer, en daarom zie je geregeld domme incidentjes. Coureurs denken dat de aankomende bocht 'van hen' is, en daar gedragen ze zich ook naar." Herbert noemt landgenoot Nigel Mansell, de Formule 1-wereldkampioen van 1992, als voorbeeld. "Nigel was iemand die ontzettend veel lef had, hij was de meest ballsy coureur. Hij had de gave om op de absolute limiet te rijden. Tegenwoordig hoeven coureurs die gave helemaal niet meer te hebben - er is geen absolute limiet meer. Zodoende is er een andere mentale aanpak gekomen. Je ziet gasten soms buitenlangs gaan in een volgasbocht terwijl er eigenlijk helemaal geen gat is, maar wat kan ze overkomen? Vroeger moest je honderd procent zeker zijn van een actie voor je deze inzette, dat is nu niet meer zo." "Formule 1 zou meer bepaald moeten worden door vaardigheden", besluit Herbert zijn relaas. "De regeltjes hebben het allemaal wat anders gemaakt."
Meest gelezen