Het fenomeen sprintraces deed vorig jaar voor het eerst zijn intrede in de Formule 1. Gedurende drie raceweekenden werd er op vrijdag al gekwalificeerd, om vervolgens op zaterdag een sprintrace te rijden, een race over 100 kilometer. De uitslag ervan bepaalde vervolgens de startopstelling voor de hoofdrace op zondag. Indien het format een succes zou zijn, wilde de F1 het concept uitbreiden tot zes sprintrace-evenementen in 2022, maar daar staken de topteams een stokje voor. Meer races, zo oordeelde men, betekent een grotere uitputtingsslag voor het materiaal en een grotere kans op schade, en dus wilden ze meer geld zien. De F1 was niet van plan het budgetplafond te verhogen en dus vond men in drie sprintraceweekenden een compromis. Op Imola zien we de sprintrace voor het eerst en later in het jaar ook nog in Oostenrijk en Brazilië. De opzet van het weekend is in grote lijnen hetzelfde gebleven, maar de sprintrace wordt nu compleet anders gewaardeerd. Vorig jaar kreeg enkel de top drie punten, teruglopend van 3 punten naar 1 punt. Dit jaar echter krijgt de gehele top acht punten, waarbij de winnaar 8 punten krijgt, de nummer twee 7 punten, de nummer drie 6 punten, enz. enz.
F1 komt tegemoet aan oproep van coureurs
Het tweede punt dat is aangepast, is puur een administratief dingetje, maar wel een administratief dingetje waar vele coureurs vorig jaar over vielen. De officiële poleposition ging namelijk naar de winnaar van de sprintrace, dat terwijl men massaal vond dat de poleposition is voorbehouden aan diegene die in de reguliere kwalificatie gewoon het allersnelste rondje van het weekend rijdt. Daar heeft de Formule 1 nu dus gehoor aan gegeven. De coureur die op vrijdagmiddag in de kwalificatie de snelste tijd rijdt in Q3, krijgt officieel de poleposition op zijn naam. De winnaar van de sprintrace op zaterdag zal net als vorig jaar de hoofdrace op zondag mogen starten vanaf P1, maar daar wordt dan niet de term poleposition aan gehangen.
Meest gelezen