De jaren '90 waren turbulent in de Formule 1. De sport groeide commercieel gigantisch snel, beleefde veel schandalen en kende een rampweekend op Imola in 1994. Het was de periode waarin Jos Verstappen debuteerde in de sport die zich razendsnel ontwikkelde. Met auto's van 600 kilogram, tankstops en de opkomst van de personal computer ondergingen de auto's in de jaren '90 een metamorfose. Makkelijk was het in deze tijd voor de coureurs allerminst. Topteams bestonden uit 150 man en de kleine teams moesten het met een mannetje of 50 doen. Aandacht voor de fysiek van de coureurs was er vaak nauwelijks. Host David Coulthard wijst Verstappen Sr. er in een dubbelinterview voor sponsor CarNext.com ook fijntjes op dat hij allerminst bij de grootste teams reed na zijn vertrek bij Benetton, hetgeen ervoor zorgde dat lang niet alles even professioneel verliep. Zo had Verstappen geen beschikking over stuurbekrachtiging, iets dat topteams als Ferrari en McLaren wel hadden. "We reden zonder stuurbekrachtiging. Ik had het soms erg zwaar in de auto. Brazilië, dat was voor mij het lastigste circuit, zonder stuurbekrachtiging en met de vele linker bochten", blikt Jos Verstappen terug. "Zelfs tijdens het remmen voelde je de nek. Maar omdat mijn nekspieren en schouders zo moe waren, kon ik me zelfs niet eens meer bewegen na die race." "Ik had thuis geen trainer, dus vertrouwde ik op mezelf. Maar dat was zeker niet zo professioneel als dat ze nu werken. Ze hebben nu een personal trainer, worden continu getest op fitheid. Het team weet precies hoe je ervoor staat fysiek gezien. Ik heb nooit een fysieke test moeten doen voor een team. Als ik echter zelf zo'n test deed, en dat heb ik een aantal keer gedaan, wist ik nog niet hoe fit ik was." Het was in de Arrows in 2000 op het Braziliaanse circuit van Interlagos dat Jos Verstappen op weg leek naar een dikke puntenklassering. De eerste zes coureurs kregen destijds punten, maar Verstappen ondervond grote hinder van zijn nek en eindigde uiteindelijk als zevende. Een verdienstelijke plek die anno 2020 goed zou zijn voor zes punten. "Ik had altijd problemen met mijn nek door de g-krachten. Max heeft nog nooit geklaagd over zijn nek. Het werk dat zij nu verrichten is heel anders en beter dan in mijn tijd", concludeert Jos Verstappen. Het contrast met Max Verstappen is groot. De Red Bull-coureur lijkt altijd zo fit als een hoentje uit te stappen. Volgens de coureur is dat een combinatie van de huidige auto's die minder vergen van de coureur en een betere fysieke voorbereiding. "Het is de combinatie denk ik. Maar ik had ook in de Formule 3 nooit problemen. Stuurbekrachtiging helpt natuurlijk enorm. Het haalt veel druk weg van de schouders. Als je schouders moe worden, dan trekt dat ook door naar je nek." De nekspieren worden anno 2020 bijzonder goed getraind. Coureurs testen met gewichten die aan een band om hun hoofd hangen de nekspieren, of met speciale helmen met gewicht. Dit gewicht moet de g-krachten simuleren. "Ik denk dat de manier waarop we nu de nek trainen, met een soort van harnas, erg effectief is. Dat werkt heel goed. Maar sommige mensen hebben nu eenmaal meer problemen met hun nek, ondanks dat ze hard trainen. Dat heeft ook te maken met de lengte van je nek en hoe zwaar je hoofd is", concludeert Max Verstappen.
Meest gelezen